Algemeen

Onze aanpak

Een basis van beleid en regelgeving

Terug naar navigatie - Onze aanpak - Een basis van beleid en regelgeving

De gemeenteraad stelt elk jaar de begroting vast. Daarin staat een uitwerking van de beleidsuitgangspunten en de middelen die nodig zijn voor de uitvoering hiervan. Na afloop van het begrotingsjaar wordt er in de jaarstukken door het college verantwoording afgelegd over het jaar.

Deze Programmabegroting 2026 is opgesteld in overeenstemming met de eisen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de eisen zoals de Financiële verordening van de gemeente Dronten deze stelt.

  1. Aanbiedingsbrief;
  2. Algemeen, bestaande uit:
    • Onze aanpak
    • Hoofdlijnen van de begroting
  3. Beleidsbegroting, bestaande uit:
    • Programmaplan inclusief verplichte beleidsindicatoren (peildatum 26-08-2025)
    • Paragrafen
  4. Financiële begroting, bestaande uit:
    • Overzicht van baten en lasten inclusief toelichting;
    • Financiële positie inclusief toelichting;

Programmaplan

Terug naar navigatie - Onze aanpak - Programmaplan

In de Programmabegroting wordt gewerkt met een programmaplan. In het programmaplan wordt een samenvatting van het vastgestelde beleid gegeven. Hierin wordt benoemd wat met het beleid moet worden bereikt. In het kader van Effect Gericht Sturen wordt hier benoemd welke maatschappelijk effecten worden nagestreefd. Soms draagt iets aan zoveel effecten bij, dat de meest relevante zijn benoemd. De pakketten zijn voorzien van SMART beleidsdoelstellingen en een toelichting waarin wordt uitgelegd wat er wordt gedaan en waarom dit belangrijk is.

Per programma of pakker is er een overzicht in beeld toegevoegd om het inzicht in de relaties tussen de maatschappelijke effecten, factoren van invloed, de SMART doelstellingen en activiteiten te verhogen.
Hierbij zijn de bovenste twee lagen -maatschappelijke effecten en factoren van invloed- het theoretisch kader. De maatschappelijke effecten geven richting aan het beleid en vormen het ‘waarom’ achter alles wat de gemeente doet. De factoren van invloed schetsen de context waarbinnen deze effecten gerealiseerd moeten worden.
De onderste twee lagen –(SMART)doelen en activiteiten/focuspunten- zijn gericht op het nieuwe begrotingsjaar en spitsen zich toe op de specifieke uitvoering van dat jaar. Ook worden de wettelijke taken hierin onderscheiden van het eigen gemeentelijk beleid. De wettelijke taken worden weergegeven in de paarse blokken (ook gekenmerkt met het cijfer ‘0’).
Deze gelaagde opbouw maakt het mogelijk om strategische ambities te verbinden aan concrete acties. Door deze structuur ontstaat inzicht in hoe beleidskeuzes bijdragen aan maatschappelijke effecten én wordt zichtbaar waar de accenten van het eigen beleid liggen. Zo fungeert het model niet alleen als toelichting bij de begroting, maar ook als gespreksinstrument voor evaluatie, bijsturing en transparante verantwoording.

Er wordt gewerkt met de programma- en pakkettenindeling. Enkele pakketten zijn onderverdeeld over twee programma’s. Een inhoudelijke toelichting is dan weergegeven in het programma waar het overgrote deel van de taken uit het pakket is ondergebracht. In het andere programma is een verwijzing opgenomen.

In het programmaplan worden bijzonderheden nader toegelicht. Er wordt nadrukkelijk gekozen om alleen die zaken te vermelden die van belang zijn om de veranderingen van het beleid te kunnen volgen. Over de bestaande beleidslijnen wordt beperkt geschreven. Ook worden de beleidsindicatoren getoond. De beleidsindicatoren zijn op diverse onderdelen aangevuld met streefwaarden.

Het programmaplan toont met welke financiële middelen gerekend is om het beleid uit te voeren. Hierbij is aandacht voor zowel de lasten als baten. In de lasten is rekening gehouden met de impact van de investeringen. Een compleet beeld van de investeringen is opgenomen in de investeringsagenda. De investeringsagenda toont alle investeringen voor de periode van 2025 tot en met 2029. Wij tonen hier voor de volledigheid ook de investeringen van 2025, omdat de impact van deze investeringen in 2026 zijn opgenomen.

Paragrafen

Terug naar navigatie - Onze aanpak - Paragrafen

In de paragrafen zijn de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen met een groot financieel of maatschappelijk belang, die versnipperd in de begroting staan, te bundelen in een overzicht die meer inzicht geeft. De extra informatie kan daarnaast gebruikt worden voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.

Door vaststelling van de paragrafen worden de beleidsuitgangspunten, die ten grondslag liggen aan de beheersmatige activiteiten, door u vastgesteld.

Getal notitie

Terug naar navigatie - Onze aanpak - Getal notitie

In alle tabellen is de onderstaande notatie gehanteerd:

  • Een positief saldo (overschot) is een plus.
  • Een negatief saldo (tekort) is een min.
  • Voordelen door lagere uitgaven of hogere inkomsten worden positief genoteerd.
  • Nadelen door hogere uitgaven of lagere inkomsten worden negatief genoteerd.

Alle bedragen worden in duizendtallen weergegeven, tenzij anders is aangegeven. Door deze weergave kan het voorkomen dat totalen een (minimale) afwijking laten zien.

Hoofdlijnen van de begroting

Inleiding

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Inleiding

Het welbevinden van onze inwoners - nu en in de toekomst - staat centraal voor de gemeente Dronten. Daarvoor hanteren wij brede welvaart als leidend principe. Dit betekent dat financiële keuzes gericht zijn op het creëren van positieve maatschappelijke effecten. Op deze manier wordt Effect Gericht Sturen (EGS) in de praktijk gebracht.

In deze begroting is duidelijk zichtbaar gemaakt welke maatschappelijke effecten voor ons centraal staan en welke factoren daarop van invloed zijn. De tien maatschappelijke effecten zijn gebaseerd op de thema’s van brede welvaart, huidige beleidskaders en de Toekomstvisie Dronten 2050. Ze zijn elk geformuleerd met onze inwoners als vertrekpunt.

De beleidsdoelen die hieruit voortkomen zijn SMART geformuleerd: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Dit maakt de gemeentelijke ambitie concreter en bespreekbaar. Zo ontstaat ruimte voor het gesprek over wat echt belangrijk is. Welke maatschappelijke problemen zijn het meest urgent? Welke effecten willen we bereiken, en voor wie? De doelstellingen variëren in abstractieniveau: sommigen zijn meer gericht op uitvoering, anderen meer op effecten. Beide niveaus zijn waardevol, omdat ze het gesprek faciliteren over waarom dit doel centraal staat. Hierbij is leidend dat het doel direct of indirect bijdraagt aan één of meerdere maatschappelijke effecten.

Door op deze manier het gesprek te blijven voeren, groeien we verder in verbinding. Omdat we in Dronten samen bouwen aan een samenleving.

In de Perspectiefnota 2026 zijn vijf deelperspectieven gedeeld die het samen verder groeien en verbinden benadrukten. Deze deelperspectieven zijn:

  1. Gestage groei, met vertrouwen in de toekomst
  2. Een brug over het ravijn
  3. Dronten groeit met en voor de samenleving
  4. Dronten groeit niet alleen voor zichzelf
  5. Bestuur en organisatie groeien mee

De hoofdlijnen van deze begroting worden ook volgens deze deelperspectieven behandeld, alvorens bij de financiële hoofdlijnen wordt stilgestaan.

1. Gestage groei, met vertrouwen in de toekomst
Dronten heeft een sterke traditie van groei vanuit eigen kracht. Hoewel de vooruitzichten positief zijn, zijn we ons bewust van de uitdagingen die gepaard gaan met de ambitieuze groeiopgave. De groei van Dronten is zowel in ruimtelijke als sociale zin een opgave. Het vraagt een integrale benadering en voldoende financiële slagkracht om alle ambities te kunnen verwezenlijken, waarbij externe factoren ook een grote rol zullen spelen. In 2026 zetten we concrete stappen om toekomstbestendig te groeien, waarbij het besef is dat enige wendbaarheid daarbij gewenst zal zijn.

Vanuit de bouwopgave werken we aan een gedoseerde en passende uitbreiding van de woningvoorraad naar ruim 21.000 woningen in 2029. Conform afspraak met het ministerie worden 300 modulaire woningen uiterlijk eind 2027 opgeleverd, waar mogelijk eerder. We geven daarmee uitvoering aan de woonagenda en voeren de regie op het gehele portfolio van woningbouwprojecten. Dit resulteert in de realisatie van een gevarieerd woningaanbod dat aansluit bij de woonwaarden van gemeente Dronten.

Deze groei vraagt ook om investeringen in maatschappelijke voorzieningen. Zo wordt gewerkt aan de realisatie van nieuwe kindcentra in Dronten en Swifterbant, uitbreiding van het scholencomplex in Dronten-West en de nieuwbouw van het Copernicus College, de Praktijkschool en het Ichthus College.

Daarnaast zetten we in op een duurzame en gezonde leefomgeving. Het Warmteprogramma, Circulair beleidskader en de herijking van de Transitievisie Nieuwe Warmte dragen eraan bij om zowel het aardgasverbruik als CO2-uitstoot te reduceren.

Een groeiende gemeente vraagt bovendien om aandacht te houden voor een toegankelijke en veilige leefomgeving. Daarom wordt onder andere geïnvesteerd in uitbreiding van fietsenstallingen bij het station en wordt bij De Boeg de verkeerssituatie voor fietsers verbeterd.

Voor een duurzame lokale economie richten we ons op het versterken van het vestigingsklimaat, het MKB en benutten we lokale kracht. We richten ons op een toename van bedrijfsvestigingen en banen, en investeren in de ontwikkeling van werklocaties in alle drie de kernen. Ook wordt gewerkt aan het verbeteren van de winkelstructuur en het toeristisch en agrarisch profiel van Dronten, zodat economische groei hand in hand gaat met leefbaarheid.

2. Een brug over het ravijn
Met de Meicirculaire 2025 heeft het Rijk de financiële impact van de ravijnjaren voor de komende twee jaar verzacht en hiermee verschoven naar 2028-2029. Dit is ook zichtbaar in onze begroting van 2026, waarbij voor deze jaren nog een financiële uitdaging staat. Dit heeft de aanpak bij deze begroting niet veranderd. We zetten in op de robuuste, koersvaste aanpak, waarbij realisme, flexibiliteit en effectiviteit centraal staan. We kijken daarom met vertrouwen naar de toekomst en investeren juist in het verder professionaliseren en toekomstbestendig maken van de gemeentelijke organisatie. De ontwikkelingen in de Rijksfinancieringen hebben zeker onze aandacht, maar leiden ons niet af van onze koers. De gemeente is financieel gezond en investeert in het welbevinden van onze inwoners.
Om de ingezette koers vast te houden en de financiële gezondheid ook op langere termijn te waarborgen, heeft het college aan de organisatie opdracht gegeven een voorstel uit te werken dat inzichtelijk maakt waar extra structurele beheersbaarheid, uitvoerbaarheid en bestuurlijke sturing binnen de organisatie nodig is om te komen tot een sluitende begroting. De uitwerking van deze opdracht richt zich nadrukkelijk op het verschaffen van inzicht, handelingsopties en sturingsinformatie. Daarbij ligt de focus enerzijds op het realiseren van een sluitende begroting, anderzijds op het identificeren en creëren van mogelijkheden voor structurele ruimte binnen de begroting.

Onze blik vooruit is gericht op de gemeente van 60.000 inwoners die we willen worden, tegelijkertijd dragen we nu de verantwoordelijkheid voor het beheren van een samenleving van ruim 45.000 inwoners. De voortgang die wordt gemaakt met de vernieuwingen van onder andere schoolgebouwen, bijhorende sportaccommodaties, verouderde infrastructuur en andere maatschappelijke voorzieningen, sluiten we aan bij de veranderende behoeftes van onze inwoners. In 2026 zullen meerdere grotere investeringsopgaven worden geconcretiseerd en ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd.

Op termijn wordt vreemd vermogen aangetrokken om de investeringen mogelijk te blijven maken. Ook na het aantrekken van dit vreemd vermogen blijft onze financiële positie gezond. Om de financiële gezondheid verder te waarborgen, wordt ingezet op het versterken van de controlfunctie. De doorontwikkeling van de rechtmatigheid, doelmatigheid en interne beheersing zal het sturen op risicobeheersing verder verbeteren. Hiermee wordt het voeren van een langdurig begrotingsdiscipline ondersteund, wat Dronten richting 2050 helpt om de ambitieuze doelstelling van 60.000 inwoners succesvol te realiseren.

3. Dronten groeit met en voor de samenleving
Groei is pas waardevol als iedereen mee kan doen. In dit perspectief staat het sociale fundament centraal. In lijn met het door de raad vastgestelde sociaal beleidskader ‘Mensen maken de samenleving’ wordt nadrukkelijk de beweging naar de samenleving gemaakt en ingezet op het realiseren van bestaanszekerheid, kansengelijkheid en gezondheid. Participatie vormt hierin een sleutelbegrip: het gaat niet alleen om samenwerking met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties, maar ook om een gemeentelijke organisatie die wendbaar is, faciliteert, en handelt vanuit het perspectief van onze inwoners. Want zonder een sterke sociale basis is kwantitatieve groei niet houdbaar.

De Sociaal Perspectiefstudie die in 2026 gereed moet zijn, biedt inzicht in de unieke gemeenschappen van Dronten en wat dit betekent voor het bouwen aan een samenleving. Deze kennis helpt om sociaal beleid en fysieke planvorming met elkaar te verbinden, met oog voor de sociale kwaliteit en toekomstige ontwikkeling van onze samenleving. Tegelijkertijd vormt de Omgevingsvisie die volop in ontwikkeling is in 2026 het strategisch kompas dat de verbinding tussen sociaal en fysiek borgt.

Vanuit het sociaal domein zetten we in op het versterken van de bestaanszekerheid via ondersteuning van minima, arbeidsparticipatie, inburgering en jeugdhulp. We verbeteren de functie van multifunctionele gebouwen als ontmoetingsplekken en versterken de sociale basis via gebiedsgericht werken. In 2026 wordt onder andere gewerkt aan de verdere professionalisering van de samenwerking met De Meerpaal en het versterken van de toegang tot onze maatschappelijke voorzieningen.

Investeren in gelijke kansen voor kinderen is essentieel voor een samenleving waarin inwoners bestaanszekerheid ervaren. In lijn met de landelijke Hervormingsagenda en de vernieuwde Jeugdwet werken wij aan een effectiever en duurzamer jeugdstelsel. We focussen ons op het versterken van de sociale en pedagogische basis, het opschalen van beschikkingsvrije ondersteuning en het vergroten van grip op de complexe jeugdhulp en specialistische zorg. Deze hervormingen brengen forse financiële opgaven met zich mee waarvoor momenteel onvoldoende structurele compensatie vanuit het Rijk beschikbaar is. Desondanks kiest Dronten ervoor om hierin te investeren, omdat het noodzakelijk is om kinderen gelijke kansen te blijven bieden door goede toegang tot onderwijs en zorg. Zo investeren we in het welzijn van onze jeugd, en daarmee in de toekomst van onze samenleving.

Ook wordt gewerkt aan een gezonde samenleving via een toegankelijke, beweegvriendelijke en gezonde leefomgeving die uitnodigt tot ontmoeting, ontwikkeling en ontspanning. We investeren in speelvoorzieningen en ontmoetingsplekken voor jongeren. Tegelijkertijd zetten we in op het versterken van het verenigingsleven en het verbeteren van sportaccommodaties. Buurtsportcoaches en het Centrum voor Verenigingsondersteuning (CVO) spelen hierin een verbindende rol. Daarnaast krijgt cultuur volop aandacht. We willen de culturele infrastructuur versterken en het cultuuraanbod uitbreiden. De Meerpaal en bibliotheken spelen hierin een cruciale rol. De kaders hiervoor zullen in de Cultuurnota worden vastgesteld.

Tegelijkertijd zetten we in op het bevorderen van kansengelijkheid. We versterken de inzet op voor- en vroegschoolse educatie (VVE), investeren in taalstimulering, ouderbetrokkenheid en het voorkomen van laaggeletterdheid. Ook wordt gewerkt aan de doorgaande lijn tussen peuteropvang en basisonderwijs, zodat kinderen met een risico op achterstanden tijdig passende ondersteuning krijgen.

Verder richten we ons erop dat inwoners zich gezond voelen. We hebben speciale aandacht voor mentale gezondheid en preventie. Het versterken van de samenwerking met partners zoals GGD Flevoland, scholen en welzijnsorganisaties is belangrijk voor gezondheidsbevordering, preventie (voorkomen van roken, vapen en overmatig alcoholgebruik) en de doorontwikkeling van lokaal maatwerk.

Een stevig sociaal fundament is essentieel om de groei van onze gemeente op een verantwoorde manier vorm te geven. Ze vormen de basis waarop Dronten verder kan bouwen.

4. Dronten groeit niet alleen voor zichzelf
Dronten maakt deel uit van een groter geheel. Onze groeiopgave raakt regionale, provinciale, landelijke en zelfs globale opgaven. Het is daarom van belang dat we als gemeente en organisatie in verbinding staan met onze omgeving, actief de samenwerking zoeken met vitale partners en verantwoordelijkheid nemen vanuit onze positie in de regio.

We dragen bij aan nationale en regionale duurzaamheidsdoelen, onder andere via CO2-reductie, circulaire economie en milieubeheer. In 2026 wordt gewerkt aan de herijking van het Warmteprogramma, de zonvisie en het circulaire beleidskader. Ook wordt de focus gelegd op afvalscheiding, energiebesparing en klimaatadaptatie.

De gemeente is bereid om een actieve rol te spelen in het aanpakken van bredere problemen en bij te dragen aan de gezamenlijke groei van Nederland, maar kan dit niet alleen.

Zo wordt de uitbreiding van de woningvoorraad in Dronten-Zuid aangepakt in samenwerking met Rijksoverheid, regionale stakeholders en private partners zodat zowel het lokale als nationale belang wordt gediend. Hierdoor kunnen wij er voor zorgen dat de financiële risico’s die gepaard gaan met deze groeiopgave eerlijk(er) verdeeld zijn.

Voor het verbeteren van een gezonde leefomgeving voor mens, plant en dier kijken we breder dan wat lokaal nodig is. Het versterken van de biodiversiteit, een natuur inclusieve inrichting en beheer van de openbare ruimte en het behoud en versterking van ecologische structuren krijgt van ons de nodige aandacht. De lokale kansen die onze omgeving bieden worden daardoor benut.

Ook zorgt de strategische positionering, regionale samenwerking (met de verbonden partijen) voor een verdere ontwikkeling van de Drontense samenleving. Dronten groeit in verbondenheid – met oog voor de regio, de planeet en toekomstige generaties.

5. Bestuur en organisatie groeien mee
De groei van Dronten, zowel van de gemeenschap als van de gemeente zelf, vereist van bestuur en organisatie om in gelijke mate mee te ontwikkelen. Groei begint met een visie en de bereidheid om nieuwe wegen in te slaan; het is een kans om te leren en ons aan te passen aan de opgaven van een gemeente die toewerkt naar 60.000 inwoners. We zetten in op strategisch inzicht en flexibiliteit van organisatie en gemeentebestuur, zodat de aandacht blijvend ligt op de kwalitatieve groei (wat voor een samenleving willen we zijn) in plaats van kwantitatieve groei, terwijl we oog houden op de uitdagingen van vandaag.

De vijf strategische lijnen voor de organisatie – Dronten 2050, Versterkte sturing, Regionale samenwerking, Professionalisering en Een sterke basis – worden verder uitgewerkt in het concernplan. Het concernplan is voor de organisatie een belangrijk sturingsinstrument om de ontwikkeling vorm te geven. De vijf strategische lijnen zijn terug te vinden in alle aspecten van deze begroting. Het opgavegericht kunnen werken, aandacht voor zowel groei als beheer en de zichtbare vertaling van brede welvaart in onze maatschappelijke effecten zijn daar voorbeelden van. Ook de investeringen in de passende bedrijfsvoering, die de digitale transformatie en het effectiever en efficiënter werken een verdere impuls zullen geven, zijn gericht om de kwalitatieve groei van onze gemeente te waarborgen. Daarmee houden we vast aan de ingezette lijn van een fundamentele herziening van de organisatie en werkwijze.

Financieel beeld

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Financieel beeld

De uitgangspunten uit de Perspectiefnota en de besluiten die door de raad over de Perspectiefnota zijn genomen, zijn verwerkt in de voorliggende begroting. De begroting is daarmee een nadere uitwerking van de Perspectiefnota en op detailniveau geactualiseerd, inclusief de effecten van de Meicirculaire. Het huidige financiële beeld ziet er voor de Programmabegroting 2026 als volgt uit:

Primitieve begroting 2026-2029 2026 2027 2028 2029
Programma 0 Bestuur en ondersteuning 89.379 89.790 88.493 90.718
Programma 1 Veiligheid -7.335 -6.852 -6.735 -6.733
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat -8.690 -8.416 -8.475 -8.517
Programma 3 Economie 733 1.103 1.089 1.102
Programma 4 Onderwijs -6.241 -6.442 -7.082 -8.817
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie -11.619 -11.721 -12.242 -12.499
Programma 6 Sociaal domein -56.653 -56.762 -54.056 -52.282
Programma 7 Volksgezondheid en milieu -1.751 -1.826 -1.808 -1.808
Programma 8 Volkshuisvesting, leefomgeving en stedelijke vernieuwing -3.962 -3.527 -2.340 -2.789
Totaal effect primitieve Programmabegroting 2026 -6.139 -4.653 -3.155 -1.624
Structureel 109 -397 -1.783 -1.844
Incidenteel -6.248 -4.255 -1.373 221
Totaal effect primitieve Programmabegroting 2026 -6.139 -4.653 -3.155 -1.624
Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Financieel beeld 2

Voor het begrotingsjaar 2026 is er een structureel evenwicht. Het totaal begrotingssaldo van 2026 toont dat voor ongeveer 6,1 miljoen gebruik gemaakt wordt van de algemene reserves. Het meerjarenperspectief toont in 2029 geen structureel evenwicht. Dit is met name het gevolg van de Meicirculaire, waarin de impact van de ravijnjaren door het Rijk doorschoven is naar 2028 en 2029. Deze onbalans kan niet los gezien worden van het tekort op de bekostiging van de jeugdhulp. Zonder het tekort op jeugdhulp was ook een structureel sluitende meerjarenbegroting bereikt. De discussie omtrent de financiering van de jeugdhulp loopt nog met het Rijk. Er is in deze begroting niet vooruitgelopen op mogelijke (financieel positieve) uitkomsten van deze discussie.

We schatten in dat voor de structurele financiering van de lasten voor de jeugdhulp minimaal 2 miljoen extra benodigd is vanuit het Rijk.

Het financieel perspectief (zie overzicht hieronder) toont de aanpassingen vanaf de 2e  Financiële tussenrapportage naar de Programmabegroting 2026. Aan de hand van het financieel perspectief worden de grootste financiële wijzigingen in deze Programmabegroting toegelicht. De verwachte wijzigingen uit de 2e tussenrapportage zijn als reeds besloten meegenomen, waarbij eventuele amendementen daardoor niet zijn meegenomen.  

Financieel perspectief 2026-2029 Programmabegroting 2026 2026 2027 2028 2029
(x € 1.000)
Stand na Financiële Tussenrapportage 1 2025 Structureel -1.321 -1.089 -1.731 -769
Stand na Financiële Tussenrapportage 1 2025 Incidenteel -1.870 -2.118 58 0
Begrotingssaldo Begroting 2026 na 1e Tussenrapportage -3.191 -3.207 -1.673 -769
Verwachte wijzigingen Financiële Tussenrapportage 2 2025 structureel 1.033 834 109 -344
Verwachte wijzigingen Financiële Tussenrapportage 2 2025 incidenteel -533 -640 -1.010 -157
Verwachte wijzigingen begrotingssaldo 2e Tussenrapportage 500 194 -901 -501
Stand na Financiële Tussenrapportage 2 2025 Structureel -288 -255 -1.622 -1.113
Stand na Financiële Tussenrapportage 2 2025 Incidenteel -2.403 -2.757 -952 -157
Begrotingssaldo Begroting 2026 na 2e Tussenrapportage -2.691 -3.012 -2.574 -1.270
Totaal wijzigingen structureel saldo Programmabegroting 2026 397 -143 -161 -732
Totaal wijzigingen incidenteel saldo Programmabegroting 2026 -3.845 -1.498 -421 377
Totaal wijzigingen begrotingssaldo Programmabegroting 2026 -3.448 -1.640 -581 -354
Stand structureel na vaststelling Programmabegroting 2026 109 -397 -1.783 -1.845
Stand incidenteel na vaststelling Programmabegroting 2026 -6.248 -4.255 -1.373 221
Eindstand begrotingssaldo na vaststelling Programmabegroting 2026 -6.139 -4.653 -3.155 -1.624

Structurele wijzigingen

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Structurele wijzigingen

De volgende tabel toont de grootste wijzigingen in het structurele saldo van de Programmabegroting ten opzichte van de stand van de 2e tussenrapportage. De wijzigingen worden onder de tabel toegelicht.

Structurele wijzigingen 2026 2027 2028 2029
1) Cultuur 2026 -550 -550 -550 -550
2) Programma Biodiversiteit 2025-2030 -215 -215 -215 -215
3) Investeringsagenda 2026 400 50 -125 -400
4) Gemeentelijke inkomsten 1.100 1.100 1.100 1.100
5) Overige structurele wijzigingen -338 -528 -371 -667
Totaal 397 -143 -161 -732
Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Structurele wijzigingen 2

Kunst en cultuur is de drager van een krachtige samenleving en om daar de mogelijkheden te verbreden en te vergroten, is in de begroting de benodigde financiële ruimte opgenomen (1). Om het herstel en versterking van de biodiversiteit kracht bij te zetten en daarmee de leefomgeving voor mens, plant en dier gezonder te maken, is het Programma Biodiversiteit 2025-2030 toegevoegd aan de begroting 2026 (2). De investeringsagenda van 2026 bevat een aantal nieuwe investeringen en bouwt daarmee verder voort op de investeringsagenda 2025. De rentelasten voor het aantrekken van het vreemd vermogen zijn daarbij tevens geactualiseerd (3).  

Voor de afgelopen jaren is geconstateerd dat door het jaar heen de gemeentelijke inkomsten steeds positief zijn bijgesteld. Het scherper en realistischer begroten van de gemeentelijke inkomsten levert bij de primitieve begroting financiële ruimte op, waardoor de kansen om er maatschappelijke impact mee te maken wordt verbeterd. Door de gemeentelijke inkomsten realistischer te begroten, is de verwachting dat bijstellingen achteraf – ze zullen er altijd zijn – in veel mindere mate hoeven plaats te vinden (4).  

De baten en lasten zijn geactualiseerd. Hierbij is rekening gehouden met historische ontwikkelingen en verwachte prijsstijgingen voor 2026. Vanuit het Rijk worden voor loon- en prijsstijgingen gelden ontvangen en de gemeente zelf indexeert haar belastingen en heffingen. In 2026 wordt rekening gehouden met een indexatie van 2,2%. Per saldo is er een kleine afname van het structureel saldo, maar is ervoor gezorgd dat het structureel saldo van 2026 positief blijft (5).  

Incidentele wijzigingen

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Incidentele wijzigingen

De volgende tabel toont de grootste wijzigingen in het incidentele saldo van de Programmabegroting ten opzichte van de stand van de 2e tussenrapportage. De wijzigingen worden onder de tabel toegelicht. 

Incidentele wijzigingen 2026 2027 2028 2029
1) Grondexploitaties 2026-2029 920 1.510 875 325
2) Specifieke regelingen 500 500 500 500
3) Stevige Lokale Teams - aanpak jeugdhulp -1.500 -2.000 -1.000 0
4) Verbeteringen binnen het Sociaal domein -700 -250 -250 -250
5) Waarborgen veiligheid inwoners (VRF) -405 0 0 0
6) Verbeteringen duurzame lokale economie (SEB) -300 0 0 0
7) Digitalisering en automatisering -760 0 0 0
8) Verbeteren van de bedrijfsvoering -600 -350 -200 0
9) Verbeteringen verkeer & vervoer -320 0 0 0
10) Verbeteringen gezonde leefomgeving -155 -155 -155 -155
11) Werken aan de Omgevingsvisie -145 -275 -100 0
12) Overige incidentele wijzigingen -380 -478 -91 -43
Totaal -3.845 -1.498 -421 377
Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Incidentele wijzigingen 2

Het te verwachten resultaat van de grondexploitaties is verwerkt in de begroting (1). Samen met nog te verwachten specifieke regelingen wordt hiermee het incidenteel saldo verbeterd (2).  

Met het realistisch begroten van de lasten voor de jeugdhulp is duidelijk gemaakt dat het anders moet om in de toekomst de lasten te kunnen blijven dragen. Met de aanpak van Stevige Lokale teams wordt gewerkt aan het verbeteren van de jeugdhulp. Het anders werken moet onder andere leiden tot het verstrekken van minder beschikkingen. De overgangsperiode brengt een financieel resultaat met zich mee die in 2027 en 2028 is opgenomen (3). Naast de verbeteringen binnen de jeugdhulp worden diverse verbeteringen in gang gezet die aansluiten op het strategisch beleidskader Sociaal domein ‘Mensen maken de samenleving’ (4).  

Met het waarborgen van de veiligheid van onze inwoners via de Veiligheidsregio Flevoland is rekening gehouden (5). Voor het verbeteren van de duurzame lokale economie in lijn met het Strategisch Beleidskader Economie worden diverse activiteiten ontplooit. Deze richten zich onder andere op het versterken van het vestigingsklimaat (6). 

Binnen de gemeentelijke organisatie nemen de wensen en behoefte om verder te digitaliseren en automatiseren toe.

Deze digitale transformatie levert een belangrijke bijdrage aan het verder professionaliseren van de organisatie, waardoor effectiever en efficiënter gewerkt kan worden. Daarbij is de verwachting opgenomen dat hier een vermindering van structurele lasten mee gepaard zal gaan (7 en 8).  

Bij verkeer en vervoer wordt ingezet op duurzaamheid (fietsparkeerplaatsen station) en het blijven voldoen aan de wettelijke eisen voor veiligheid (een verkeerinformatiesysteem) (9). Met het werken vanuit een ecologische visie wordt de gezonde leefomgeving verder verbeterd (10). Het verder vertalen van de Toekomstvisie naar de Omgevingsvisie is tevens financieel vertaald in deze begroting (11). 

Recapitulatie

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Recapitulatie

Bij de Programmabegroting wordt gebruik gemaakt van (bestemmings)reserves. De volgende recapitulatie toont in welke mate het begrotingssaldo gebruik heeft gemaakt van deze reserves. In de recapitulatie is voor 2026 gebruik gemaakt van het verwachte saldo van de 2e Financiële tussenrapportage.  

Lasten en Baten (x € 1.000) Rekening 2024 Begroting 2025 (FT 2) Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
Totale lasten exclusief reserves -164.493 -169.094 -171.700 -165.305 -161.944 -161.052
Totale baten exclusief reserves 164.495 162.755 163.715 158.877 157.013 157.654
Saldo exclusief reserves 2 -6.339 -7.984 -6.428 -4.930 -3.399
Toevoegingen aan reserves -11.767 -11.227 -945 -1.533 -901 -351
Onttrekkingen uit reserves 21.514 15.474 2.790 3.308 2.676 2.126
Het geraamde c.q. gerealiseerde resultaat 9.749 -2.093 -6.139 -4.653 -3.155 -1.624
Incidenteel begrotingsresultaat 2026 - 2029 -2.374 -6.248 -4.255 -1.373 221
Structureel begrotingsresultaat 2026-2029 281 109 -397 -1.783 -1.844

Vermogenspositie

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Vermogenspositie

In de geprognosticeerde balans is rekening gehouden met de veranderingen in het vermogen. Dit zijn met name de gevolgen van de investeringen in de vaste activa en het aantrekken van vreemd vermogen.   

Prognose balans Rekening 2024 Prognose 2025 Prognose 2026 Prognose 2027 Prognose 2028 Prognose 2029
Vaste activa 111.389 132.321 143.280 186.217 213.306 218.333
Vlottende activa 109.052 81.035 59.686 34.609 33.527 34.740
Totaal 220.441 213.356 202.966 220.826 246.833 253.073
Eigen vermogen 110.920 108.827 102.688 98.035 94.880 93.256
Voorzieningen 42.867 42.499 43.009 44.141 44.135 44.264
Langlopende passiva 10.058 8.076 6.276 44.476 71.576 78.776
Vlottende passiva 56.596 53.954 50.993 34.174 36.242 36.777
Totaal 220.441 213.356 202.966 220.826 246.833 253.073
Terug naar navigatie - Hoofdlijnen van de begroting - Vermogenspositie 2

De toename van het balanstotaal en de verschuiving naar meer vreemd vermogen maakt dat onze financiële positie verandert. Op dit moment vallen we binnen categorie A (minste risico). Deze positie meten we met een aantal financiële kengetallen. Onder andere de solvabiliteit neemt richting 2029 af van 51% in 2026 naar 37% in 2029. Ook de netto schuldquote verandert van -1% naar 50%.

Beide kengetallen zorgen ervoor dat we langzaam opschuiven in ons risicoprofiel naar categorie B (gemiddeld risico). Ten opzichte van vorig jaar is deze ontwikkeling nagenoeg niet veranderd. In de Paragraaf weerstandsvermogen wordt meer duiding gegeven over de risico’s en ontwikkeling van de financiële kengetallen.