Na vijf jaar gewerkt te hebben met de themaplannen sociaal domein is het tijd voor een herijking van de beleidsuitgangspunten. Niet vanwege het aantal jaren dat is verstreken, maar omdat de ervaringen en maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaren daartoe aanleiding geven. We doen het goed, maar doorontwikkelen is nodig. Er liggen grote uitdagingen en als we zonder wijzigingen doorgaan is het huidige beleid niet houdbaar. We zien de vraag naar jeugdhulp en Wmo-ondersteuning toenemen, mede door demografische ontwikkelingen. De ontwikkeling in de vraag staat op gespannen voet met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en beschikbare financiën. Om te voorkomen dat dit leidt tot verschraling van zorg en een afwenteling op inwoners, maken we nieuwe keuzes.
In maart 2024 heeft de raad de Startnotitie nieuw beleidskader sociaal domein vastgesteld. In deze startnotitie staan de belangrijkste kaders en uitgangspunten en de maatschappelijke opgaven die opgepakt worden. Dat gebeurt steeds vanuit het perspectief van brede welvaart. Belangrijk is dat het beleid lerend en adaptief is. Als we de samenleving als startpunt van onze inspanningen nemen, dan vraagt dat flexibiliteit en ruimte om aanpassingen te maken op basis van inzichten en ontwikkelingen in de samenleving. Dit kan betekenen dat andere accenten in de uitvoering worden gelegd en/of dat doelen sneller of minder snel bereikt worden dan in eerste instantie gedacht. Hierover wordt het gesprek gevoerd in de P&C cyclus en dat kan leiden tot een herijking van de (streefwaarden van de) doelen en de onderliggende uitvoeringsprogramma’s.
De gemeenteraad heeft de wens om effectgericht te sturen. In 2022 is hiermee gestart. Effectgericht sturen betekent dat de gemeenteraad stuurt op maatschappelijke effecten en doelen op hoofdlijnen (kaders) en dat het college verantwoordelijk is voor uitvoering in lijn met de opgestelde effecten en doelen. Het college heeft de principes van brede welvaart omarmd als instrument om vorm en inhoud te geven aan het effectgericht sturen. Niet de financiën vormen de basis bij brede welvaart, maar de maatschappelijke effecten waar naar gestreefd wordt. Deze effecten richten zich op geluk en welbevinden van inwoners in brede zin.
De vier maatschappelijke effecten waar de gemeenteraad naar streeft in de komende jaren zijn:
- Inwoners ervaren hun gezondheid en veerkracht als voldoende om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan.
- Inwoners voelen zich verbonden met elkaar en hun omgeving.
- Inwoners ervaren bestaanszekerheid, gelijke kansen en doen mee naar vermogen.
- Inwoners voeren zelf de regie (kunnen hulpbronnen aanwenden indien nodig).
Nu de raad de 4 maatschappelijke effecten en de 3 opgaven heeft geformuleerd, kunnen we met de samenleving (inwoners en partners) werken aan de uitvoeringsplannen. Eind 2024/begin 2025 zullen deze door het college worden vastgesteld. Het jaar 2025 is dan ook een overgangsjaar.
Als we spreken over het nieuwe strategisch kader sociaal domein, dan hebben we het over programma 4 en 6 en delen van programma 5 en 7, ofwel de pakketten: Opgroeien en opvoeden (4P en 6P), Leefbaarheid en veiligheid (5L), Participatie De Meerpaal (5M1), Participatie de bibliotheek (5M2), Multifunctionele gebouwen (5M5), Gezonde leefstijl (5O en 6O), Arbeidsparticipatie en minima ondersteunende maatregelen (6M4), Inburgering, (arbeids)participatie en integratie van statushouders (6M4), Zelfredzaamheid en eigen mogelijkheden (6N).
Het vernieuwen van het strategisch beleidskader heeft ook een belangrijke consequentie voor deze begroting. De vertaling van het nieuwe strategische kader naar uitvoeringsplannen is in begin 2025 gereed en zal dan verder financieel vertaald worden. Om de verandering vanuit het nieuwe beleid te kunnen opbouwen, zullen we activiteiten uit het oude beleid dienen af te bouwen. Dit vergt een overgangsperiode. Nu er nog geen nieuw beleid vastgesteld is en dus geen prestaties en activiteiten zijn geformuleerd, lopen een aantal activiteiten door. Daarom noemen we 2025 een overgangsjaar. De doorlopende activiteiten zijn met incidentele middelen voor 2025 opgenomen.
Inhoud programma
Dit programma omvat activiteiten die gericht zijn op verlening bijstand, activering & re-integratie, inkomensondersteuning voor minima, uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, het programma jeugd, wijk- en buurtbeheer, inburgering, algemeen maatschappelijk werk, zorg, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.