Programma 6 Sociaal domein

Strategisch beleidskader sociaal domein

Terug naar navigatie - Strategisch beleidskader sociaal domein

Na vijf jaar gewerkt te hebben met de themaplannen sociaal domein is het tijd voor een herijking van de beleidsuitgangspunten. Niet vanwege het aantal jaren dat is verstreken, maar omdat de ervaringen en maatschappelijke ontwikkelingen van de afgelopen vijf jaren daartoe aanleiding geven. We doen het goed, maar doorontwikkelen is nodig. Er liggen grote uitdagingen en als we zonder wijzigingen doorgaan is het huidige beleid niet houdbaar. We zien de vraag naar jeugdhulp en Wmo-ondersteuning toenemen, mede door demografische ontwikkelingen. De ontwikkeling in de vraag staat op gespannen voet met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en beschikbare financiën. Om te voorkomen dat dit leidt tot verschraling van zorg en een afwenteling op inwoners, maken we nieuwe keuzes.

In maart 2024 heeft de raad de Startnotitie nieuw beleidskader sociaal domein vastgesteld. In deze startnotitie staan de belangrijkste kaders en uitgangspunten en de maatschappelijke opgaven die opgepakt worden. Dat gebeurt steeds vanuit het perspectief van brede welvaart. Belangrijk is dat het beleid lerend en adaptief is. Als we de samenleving als startpunt van onze inspanningen nemen, dan vraagt dat flexibiliteit en ruimte om aanpassingen te maken op basis van inzichten en ontwikkelingen in de samenleving. Dit kan betekenen dat andere accenten in de uitvoering worden gelegd en/of dat doelen sneller of minder snel bereikt worden dan in eerste instantie gedacht. Hierover wordt het gesprek gevoerd in de P&C cyclus en dat kan leiden tot een herijking van de (streefwaarden van de) doelen en de onderliggende uitvoeringsprogramma’s.

De gemeenteraad heeft de wens om effectgericht te sturen. In 2022 is hiermee gestart. Effectgericht sturen betekent dat de gemeenteraad stuurt op maatschappelijke effecten en doelen op hoofdlijnen (kaders) en dat het college verantwoordelijk is voor uitvoering in lijn met de opgestelde effecten en doelen. Het college heeft de principes van brede welvaart omarmd als instrument om vorm en inhoud te geven aan het effectgericht sturen. Niet de financiën vormen de basis bij brede welvaart, maar de maatschappelijke effecten waar naar gestreefd wordt. Deze effecten richten zich op geluk en welbevinden van inwoners in brede zin. 

De vier maatschappelijke effecten waar de gemeenteraad naar streeft in de komende jaren zijn: 

  • Inwoners ervaren hun gezondheid en veerkracht als voldoende om met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven om te gaan.
  • Inwoners voelen zich verbonden met elkaar en hun omgeving.
  • Inwoners ervaren bestaanszekerheid, gelijke kansen en doen mee naar vermogen.
  • Inwoners voeren zelf de regie (kunnen hulpbronnen aanwenden indien nodig).

Nu de raad de 4 maatschappelijke effecten en de 3 opgaven heeft geformuleerd, kunnen we met de samenleving (inwoners en partners) werken aan de uitvoeringsplannen. Eind 2024/begin 2025 zullen deze door het college worden vastgesteld. Het jaar 2025 is dan ook een overgangsjaar.

Als we spreken over het nieuwe strategisch kader sociaal domein, dan hebben we het over programma 4 en 6 en delen van programma 5 en 7, ofwel de pakketten: Opgroeien en opvoeden (4P en 6P), Leefbaarheid en veiligheid (5L), Participatie De Meerpaal (5M1), Participatie de bibliotheek (5M2), Multifunctionele gebouwen (5M5), Gezonde leefstijl (5O en 6O), Arbeidsparticipatie en minima ondersteunende maatregelen (6M4), Inburgering, (arbeids)participatie en integratie van statushouders (6M4), Zelfredzaamheid en eigen mogelijkheden (6N). 

Het vernieuwen van het strategisch beleidskader heeft ook een belangrijke consequentie voor deze begroting. De vertaling van het nieuwe strategische kader naar uitvoeringsplannen is in begin 2025 gereed en zal dan verder financieel vertaald worden. Om de verandering vanuit het nieuwe beleid te kunnen opbouwen, zullen we activiteiten uit het oude beleid dienen af te bouwen. Dit vergt een overgangsperiode. Nu er nog geen nieuw beleid vastgesteld is en dus geen prestaties en activiteiten zijn geformuleerd, lopen een aantal activiteiten door. Daarom noemen we 2025 een overgangsjaar. De doorlopende activiteiten zijn met incidentele middelen voor 2025 opgenomen.

Inhoud programma
Dit programma omvat activiteiten die gericht zijn op verlening bijstand, activering & re-integratie, inkomensondersteuning voor minima, uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, het programma jeugd, wijk- en buurtbeheer, inburgering, algemeen maatschappelijk werk, zorg, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. 

Pakket 6L Leefbaarheid en veiligheid

Inhoud

Terug naar navigatie - Inhoud

Op basis van de huidige programmastructuur is wijk- en buurtbeheer onderdeel van pakket L van programma 6. Wijk- en buurtbeheer is verantwoord onder pakket M3 van programma 6. Inhoudelijk verwijzen wij u hiervoor daarom graag door naar pakket M3.

De overige taken uit pakket L staan in programma 5. Inhoudelijk verwijzen wij u hiervoor daarom graag door naar programma 5.

Pakket 6M3 Arbeidsparticipatie en minima ondersteunende regelingen

Inhoud en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Inhoud en ontwikkelingen

Het maatschappelijk effect dat we willen bereiken is dat iedereen in Dronten meedoet aan de maatschappij. Wanneer mensen in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, wordt dit effect sneller bereikt. Door zo veel mogelijk inwoners actief deel te laten nemen aan de maatschappij, wordt sociale uitsluiting tegengegaan. Werken of participeren in de maatschappij vergroot de verbondenheid tussen mensen en draagt bij aan een gevoel van eigenwaarde en gelijkheid. Bovendien helpt het inwoners om (meer) zelfstandig te zijn en minder afhankelijk te zijn van sociale voorzieningen. Dit helpt mensen om meer controle te krijgen over hun eigen leven en keuzes.

Participatiewet in balans
Het wetsvoorstel 'Participatiewet in balans' moet zorgen voor een beter functionerende wet, waarin de ondersteuning van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en/of een bijstanduitkering wordt verbeterd en waar werkgevers en gemeenten duidelijkere en effectievere instrumenten hebben om deze groepen te helpen aan werk. In Dronten is een kwartiermaker aangesteld die zich (voornamelijk intern) gaat bezighouden met de cultuuromslag naar aanleiding van de Participatiewet in Balans. Deze cultuuromslag is gericht op vereenvoudiging van de regels, meer maatwerk en flexibiliteit en het bevorderen van doorstroom naar werk. 

Hervorming arbeidsmarktinfrastructuur
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft plannen gepresenteerd om de arbeidsmarktinfrastructuur te verbeteren. De focus ligt op het versterken van de samenwerking tussen gemeenten, sociale partners, werkgevers en het onderwijs. Dit moet ervoor zorgen dat werkzoekenden sneller en effectiever ondersteuning krijgen bij het vinden van een baan. 
Hiervoor moet in iedere arbeidsmarktregio een Regionaal Werkcentrum (RWC) opgezet worden. Binnen het Regionaal Werkbedrijf Flevoland is de gemeente Dronten betrokken bij het opzetten van het RWC. 

Van school naar duurzaam werk
Naar verwachting gaat op 1 augustus 2025 de wet ‘Van school naar duurzaam werk’ van kracht. Deze wet heeft als doel om alle jongeren tot 27 jaar de juiste begeleiding te bieden bij de overgang van school naar werk en het aan het werk blijven te bevorderen. De wet richt zich specifiek op jongeren die extra ondersteuning nodig hebben bij het vinden en behouden van werk, zoals jongeren met een beperking, zonder startkwalificatie of met een afstand tot de arbeidsmarkt. In Dronten is de samenwerking met de scholen en werkgevers geïntensiveerd om betere samenwerking tussen scholen, gemeenten en werkgevers te creëren, om zo de overgang van school naar werk soepeler te laten verlopen.

(SMART) Beleidsdoelen

Terug naar navigatie - (SMART) Beleidsdoelen

In september 2024 wordt het strategisch beleidskader sociaal domein aan uw raad voorgelegd. Hierin worden de maatschappelijke effecten, doelen en prioriteiten vastgesteld voor de beleidsperiode 2025-2028. 

Waar leggen wij de focus op in 2025?

Terug naar navigatie - Waar leggen wij de focus op in 2025?

Participatiewet
In 2025 richten wij ons op de ontwikkelingen zoals genoemd onder inhoud en ontwikkelingen. Lokaal werken we verder aan de cultuuromslag die samenhangt met de Participatiewet in Balans. De hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur vindt veelal op regionaal niveau plaats. Dronten neemt actief deel aan de gesprekken en vertaalt de ontwikkelingen lokaal naar concrete acties. 

Klustraject Kluswinkel Dronten
In 2024 zijn we gestart met het klustraject Kluswinkel Dronten. Samen met Oost Flevoland Woondiensten en Impact is een pilot opgezet met een tweeledig doel:

  1. Inwoners met een met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen via de Kluswinkel meedoen aan de samenleving en/of uitstromen naar een betaalde baan.
  2. Uitvoeren van lichte onderhoudsklusjes voor bewoners van (sociale) huurwoningen die dit zelf niet (meer) kunnen, zodat zij langer in hun woning kunnen blijven en de leefbaarheid in de buurt verbetert.

Hierdoor kunnen de bewoners langer in hun woning blijven wonen en wordt de leefbaarheid in straten, buurten en wijken verbeterd. De pilot wordt in het najaar van 2024 opgestart en heeft een doorlooptijd tot einde 2025.

Pakket 6M4 Inburgering, (arbeids)participatie en integratie van statushouders

Inhoud en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Inhoud en ontwikkelingen

Wij zijn als gemeente verantwoordelijk voor de huisvesting (taakstelling vanuit het Ministerie van Justitie en Veiligheid) van statushouders. Daarnaast zijn wij verantwoordelijk voor de inburgering (Wet inburgering 2021) van inburgeringsplichtigen, waaronder statushouders, die zich in onze gemeente gevestigd hebben. De integratie van deze inburgeringsplichtigen pakken we in onze gemeente zo passend mogelijk op. Dit betekent dat, in nauwe samenwerking en afstemming met ketenpartners en de inburgeringsplichtigen, er een integraal samenhangend aanbod van dienstverlening wordt aangeboden gericht op inburgering. Het maatschappelijk effect is dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in de samenleving, bij voorkeur via betaald werk.

Vanuit de wettelijke taak hebben we te voldoen aan de eisen dat 80% van alle Drontense inburgeringsplichtigen binnen een periode van 10 weken (vanaf de datum van inschrijving bij de gemeente) een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP) heeft en dat 80% het inburgeringsexamen binnen de gestelde termijn van drie jaar behaald.

(SMART) Beleidsdoelen

Terug naar navigatie - (SMART) Beleidsdoelen
  1. 70% van alle Drontense inburgeringsplichtigen werkt binnen 1 jaar na datum van inschrijving bij de gemeente ‘naar vermogen’*.
  2. 80% van alle Drontense inburgeringsplichtigen is binnen 18 maanden na datum van inschrijving bij de gemeente geïntegreerd** in de Drontense samenleving.

* Onder werk ‘naar vermogen’ verstaan wij vrijwilligerswerk, stageplaats, werkervaringsplaats, betaald werk, etc.
** Iemand is geïntegreerd wanneer hij/zij een netwerk heeft opgebouwd, contact heeft met de buren, helpt op de school van de kinderen, deelneemt bij een sportclub, naar Huis voor Taal gaat, etc.

Waar leggen wij de focus op in 2025?

Terug naar navigatie - Waar leggen wij de focus op in 2025?

Enerzijds voeren we de wettelijke taken uit om de vereiste resultaten te bereiken. Daarnaast ligt de focus op integratie met bijvoorbeeld de Tour de Dronten voor statushouders, waarbij zij worden rondgeleid door onze gemeente en onder andere kennis maken met voor hun belangrijke partners.

Opvang Oekraïne
In februari 2022 brak oorlog uit in Oekraïne. Vele mensen ontvluchtten het land en een aantal van hen kwam in Nederland terecht. In Dronten hebben we 194 gerealiseerde opvangplekken in de gemeentelijke opvang. Er is nog geen zicht op het einde van de oorlog in Oekraïne. Dit betekent dat de opvang van ontheemden in 2025 gecontinueerd wordt. Met de incidentele financiële regeling vanuit de Rijksoverheid zijn we in staat de opvang doelmatig te organiseren.

Pakket 6N Zelfredzaamheid en eigen mogelijkheden

Inhoud en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Inhoud en ontwikkelingen

De opgave waar we in dit pakket voor staan is het mogelijk maken van een inclusieve samenleving waarin iedereen meedoet. Inwoners met een beperking of met chronische, psychische of psychosociale problemen worden zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving ondersteund in de zelfredzaamheid, participatie en de eigen mogelijkheden. We doen samen met de inwoners onderzoek naar de eigen mogelijkheden, mogelijkheden in het eigen netwerk, (algemene) voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn of Wmo-maatwerkvoorzieningen. Onder maatwerkvoorzieningen verstaan wij begeleiding, dagbesteding, huishoudelijke ondersteuning, woningaanpassingen, hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen. We gaan met preventieve maatregelen en vroegsignalering eerder hulp bieden om de vraag naar maatwerkvoorzieningen te voorkomen. 

We zetten activiteiten in om te zorgen dat minder inwoners in financiële problemen komen. Ook zetten we in op een brede aanpak van vroegsignalering met als doel problematische schulden zoveel mogelijk te voorkomen.

De verwachting is dat in de komende decennia de vraag naar zorg en ondersteuning verder zal toenemen. Dit heeft te maken met de krapte op de (zorg)arbeidsmarkt, de dubbele vergrijzing, een veranderde (zorg)vraag en financiële tekorten. 

Het regioplan Integraal Zorgakkoord Flevoland beschrijft wat nodig is om samen te werken aan de transformatie van ondersteuning en zorg, waarin de gezondheid van inwoners centraal staat. Hierin werken we samen met partijen in de zorg- en welzijnssector, zorgverzekeraar en regiogemeenten Flevoland. 

(SMART) Beleidsdoelen

Terug naar navigatie - (SMART) Beleidsdoelen

De beleidsdoelen worden in september voorgelegd aan de raad en SMART uitgewerkt in de uitvoeringsplannen. Wij zullen in de volgende richting SMART beleidsdoelen formuleren:

  • Meer mensen kunnen al dan niet met inzet van het eigen netwerk of vrijwilligers blijven participeren in de samenleving.
  • Stimuleren dat vrijwilligers (organisaties) elkaar gemakkelijker weten te vinden.
  • Stimuleren van het vrijwilligerspotentieel.  
  • Stimuleren dat meer mensen met inzet van preventieve maatregelen worden geholpen.
  • Eenzaamheid onder inwoners neemt af onder alle doelgroepen.
  • Mantelzorgondersteuners maken meer gebruik van mantelzorgondersteuning.

Pakket 6O Gezonde leefstijl

Inhoud

Terug naar navigatie - Inhoud

Op basis van de huidige programmastructuur is de Algemene voorziening Jeugd onderdeel van pakket O in programma 6. De overige taken uit pakket O staan in programma 5. Inhoudelijk verwijzen wij u daarom graag door naar programma 5.

Pakket 6P Opgroeien en Opvoeden

Inhoud en ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Inhoud en ontwikkelingen

Op basis van de huidige programmastructuur is een aantal taken (Toegang, Werkwijze en preventie Jeugd, Ondersteuning Jeugd (PGB en ZIN), Hulp Jeugd, Hulp in het kader van Veiligheid en Bestrijding armoede onder kinderen) onderdeel van pakket P in programma 6. De taak uit het armoede- en schuldenbeleid wordt in programma M3 verder toegelicht. De overige taken uit pakket P worden onder programma 4 verantwoord. De beleidsdoelen zijn vastgesteld tot en met 2024. 

De Hervormingsagenda bevat een omvangrijk pakket afspraken met als doel de (jeugd)zorg te verbeteren en financieel gezond te maken. Een paar belangrijke afspraken zijn uitbreiding van de voorliggende voorzieningen en aanpassing van de reikwijdte van de verordening en de Jeugdwet. De Hervormingsagenda roept gemeenten op om vooruitlopend op de aan te passen verordening van de reikwijdte van de Jeugdwet, de reikwijdte van de lokale verordening in te perken en de vrij toegankelijke voorzieningen te versterken. De voorbereidingen hiervoor zijn ook in Dronten gestart en vormen een onderdeel van het nieuwe sociaal beleid. De realisatie zal deels in 2025/2026 en deels in 2027 zijn.

Het maatschappelijke effect dat we willen bereiken is dat jeugdigen en hun gezin met de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven om kunnen gaan en daar de eigen regie op voeren. Dit effect is ingebed binnen alle drie de opgaves binnen het nieuwe beleid sociaal domein: Bestaanszekerheid versterken, Kansengelijkheid vergroten en Gezond samenleven. 

Formele professionele ondersteuning en hulp is voor inwoners niet langer vanzelfsprekend beschikbaar. De informele zorg van naasten en vrijwilligers wordt daarom een belangrijke hulpbron voor de gezinnen. Daarvoor zal er meer ingezet worden op de samenwerking rond het gezin van formele- en informele netwerken. Daarnaast worden ervaringsdeskundigen ingezet.

Door in de wijken lichtere vormen van hulp eenvoudig en tijdig beschikbaar te hebben voor jeugdigen en gezinnen en aanvullend op eigen mogelijkheden en samenleving, wordt voorkomen dat problematiek verergert en inzet van zwaardere hulp nodig is. Voor onze toegang zal hierdoor meer ruimte komen voor jeugdigen en gezinnen met complexe zorgvragen. 

De eigen regie van jeugdigen en gezinnen komt in het gedrang in geval van uithuisplaatsing of als een rechtelijke maatregel jeugdbescherming of -reclassering wordt opgelegd. Het gaat daarbij juist om jeugdigen en gezinnen met complexe zorgvragen. Vanuit het Toekomstscenario en het regionale beleid wordt stevig ingezet in verlaging van uithuisplaatsingen en maatregelen door een betere samenwerking en uitbreiding van vormen van ambulante gezinsgerichte hulp. 

Waar leggen wij de focus op in 2025?

Terug naar navigatie - Waar leggen wij de focus op in 2025?

Preventie
Na de aanbesteding in het eerste kwartaal van 2024 is wederom een breed aanbod van ondersteuning gerealiseerd. In 2025 wordt een monitoringssysteem opgezet om het effect van de inzet van de preventieve producten te meten. Aan de hand van deze monitoring kunnen we de inzet en kwaliteit van preventieve jeugdhulp efficiënter maken.  

In 2025 onderzoeken wij hoe we het beschikkingsvrije aanbod kunnen uitbreiden in samenhang met de te ontwikkelen stevige lokale teams.

Binnen de preventieve jeugdhulp wordt met meerdere beleidsterreinen (jeugdgezondheid, onderwijs, sport) samengewerkt om ook vroegtijdig en laagdrempelig oplossingen buiten de jeugdhulp te bieden. Het Netwerk Kind en Bewegen Dronten is hier een voorbeeld van. Dit netwerk gaat vanaf 2025 kinderen met lichte sociaal emotionele problematiek ondersteunen bij hun beweegreis naar bewegen en sporten.   

Lokale jeugdhulp
Daarnaast verrichten we voorwerk voor de regionalisering van de zwaardere jeugdhulp die de komende jaren gaat plaatsvinden en het vormen van stevige lokale teams. In 2025 starten we met de voorbereiding van de aanpassing van de verordening en de nadere regels. 
We willen daarnaast lokaal onderzoeken of we voor de zorgkosten voor langjarige intensieve zorg een andere manier van begroten kunnen doorvoeren, al dan niet in combinatie met het instellen van een voorziening.

Regionale jeugdhulp
Per 1 januari 2025 starten de nieuwe contracten voor jeugdhulp met verblijf en crisis. We richten ons op minder uithuisplaatsingen en kostenverlaging voor deze zwaarste vorm van jeugdhulp. Hiervoor moet er eerder afgeschaald worden naar lichtere hulp, meer regie op casussen gevoerd worden en meer uniform gewerkt worden in de regio.  Het RET/TaS en Thuis op Maat (TOM) zijn nieuwe producten die ingezet worden om hier aan bij te dragen. Deze producten beogen andere oplossingen te vinden voor de problemen waar de jeugdigen en het gezin mee kampen. Dit gebeurt door domein overstijgend te werken. De financiële en maatschappelijke effecten van deze producten worden gemonitord.  

Een andere focus in het nieuw te vormen sociaal beleid is het komen tot een robuuste regio wat voortkomt uit de afspraken van de Hervormingsagenda. In 2025 zal een nieuwe regiovisie ontwikkeld worden, omdat de oude regiovisie afloopt in 2024. Wettelijk moet er een regiovisie door de regio gemaakt worden. Binnen de regio sociaal domein Flevoland wordt er momenteel door de bestuurders gezocht naar een beter passende governance structuur. 

Begroting jeugdhulp
De begroting jeugdhulp 2025 is gestoeld op de beschikbare middelen van de beleidsperiode 2018-2024. De realisatie in 2022 en voorgaande jaren (aantal en zorgzwaarte) gaven geen aanleiding om de meerjarenbegroting 2024 en verder aan te passen. Medio 2023 bleek dat de aantallen jeugdigen met jeugdhulp, de zorgzwaarte en de tarieven aanzienlijk hoger lagen dan in 2022, met als gevolg een uiteindelijke overschrijding van rond de 3 miljoen. 

Besloten is de begroting 2024 en verder vooralsnog alleen aan te passen op de tarieven (de onvermijdelijk hogere uitgaven) en niet op aantal/zorgzwaarte. Dit omdat we op basis van 1 ervaringsjaar niet  kunnen bepalen of er sprake is van een exces of van een meer structurele ontwikkeling. 
We volgen de data per kwartaal. In het eerste kwartaal 2024 lag de instroom hoger dan in het 1e kwartaal 2023. In het tweede kwartaal is dat andersom. Ten opzichte van juli 2022 is er per juli 2024 een groei van 65 unieke jeugdigen in zorg. Met de huidige zorgzwaarte en de nog te verwachten instroom kan dit leiden tot circa 2 miljoen overschrijding.

De hoogte van de uitgaven voor jeugdhulp worden bepaald door 3 factoren:
a.    tarieven (kostprijzen);
b.    aantal jeugdigen in jeugdhulp;
c.    zwaarte van de ingezette zorgvormen.

Tarieven
Op 11 maart 2024 bent u via een RIB geïnformeerd over de tariefstelling 2025. In de begroting 2025 is de hogere tariefstelling verwerkt. Het Rijk heeft aangegeven dat de ingeboekte gevolgen van de Hervormingsagenda, voor Dronten -1 miljoen, voor 2025 opschuiven naar 2026. Dit is ook in de begroting 2025 verwerkt. Alle lokale en regionale aanbestedingen jeugdhulp zijn/worden vorig jaar of dit jaar afgerond.. Het risico van een verdere tariefstijging is daarmee de komende jaren klein. De indexatie opgenomen in de contracten loopt gelijk met de compensatie die we van het Rijk ontvangen.

Aantal jeugdigen in jeugdhulp
Elke jeugdige actief in zorg - zowel meer als minder - scheelt > 0,10% in de totale uitgaven van het betreffende jaar. Omdat de Jeugdwet open wetgeving is, zijn wij verplicht om voor elke jeugdigen en/of hun ouders die jeugdhulp aanvragen een onderzoek te doen naar de noodzaak tot inzet van jeugdhulp. De noodzaak wordt getoetst aan de hand van de Jeugdwet en de lokale verordening/nadere regels. Is de noodzaak aangetoond, dan moet de hulp ook geboden worden. 

Jaarlijks zien we een fluctuatie in de instroom naar boven of naar beneden. In 2021 (2e coronajaar) lag de instroom 100 hoger dan in 2022. In 2023 werd op 60 jeugdigen extra gedeclareerd ten opzichte van 2022. Omdat wij een middelgrote gemeente zijn, zien we grotere schommelingen in het gebruik dan een grote gemeente.

Het risico rond het aantal jeugdigen in jeugdhulp is de komende jaren niet (volledig) af te vangen en kan zowel een negatief als een positief effect hebben op de realisatie. 5% stijging of daling van jeugdigen actief in zorg brengt aan kosten circa € 700.000 met zich mee (prijspeil en zorgzwaarte 2023). 

Zwaarte van de ingezette zorgvormen
De lokaal ingekochte lichte tot zware trajecten kosten per jeugdige tussen de € 5.000 en € 15.000 per beschikking. De intensieve lokale trajecten en de inzet van regionale en landelijke zorgvormen kennen een veel grotere variatie oplopend van gemiddeld zo’n € 10.000 per jaar voor hoog specialistische GGZ tot ruim € 350.000 per jaar voor de meest intensieve vormen van jeugdhulp met verblijf. Met name op de langjarige zorgpaden van 4% van de jeugdigen in zorg en hun ouders worden intensieve zorgvormen ingezet en komt ook stijging van zorgzwaarte voor. 
Deze ruim 4% van het totaal jeugdigen in actieve zorg bepalen ruim 35% van de totale uitgaven voor jeugdhulp op basis van een beschikking. Het grootste deel van deze groep ontvangt de zorg op basis van een verwijzing van de Gecertificeerde Instelling of medisch specialist. Daarmee ligt het belangrijkste financiële risico bij de zorgzwaarte. Het regionale beheersplan richt zich op de inperking van dit risico.

Verbonden partijen programma 6

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen
Verbonden partij Type
Centrumregeling Sociaal Domein Flevoland Gemeenschappelijke regelingen
GGD Flevoland Gemeenschappelijke regelingen
IMpact Gemeenschappelijke regelingen
Regionale Sociale Recherche Gemeenschappelijke regelingen

Wat gaat programma 6 kosten?

Terug naar navigatie - Wat gaat programma 6 kosten?
Lasten en Baten (bedragen x €1.000) Realisatie 2023 Begroting na wijziging 2024 Primaire begroting 2025 Primaire begroting 2026 Primaire begroting 2027 Primaire begroting 2028
Lasten
6L Leefbaarheid en veiligheid -41 -65 -566 -561 -556 -550
6M3 Arbeidsparticipatie en minima ondersteunende regelingen -20.278 -20.335 -20.304 -19.938 -19.876 -19.842
6M4 Inburgering, (arbeids)participatie en integratie van statushouders -3.852 -4.273 -4.529 -1.129 -1.129 -800
6N Zelfredzaamheid en eigen mogelijkheden -15.136 -15.904 -13.207 -12.397 -12.121 -12.121
6O Gezonde leefstijl -77 -138 -71 -71 -156 -156
6P Opgroeien en opvoeden -18.044 -16.664 -17.964 -16.733 -16.583 -16.584
Totaal Lasten -57.429 -57.379 -56.643 -50.829 -50.421 -50.053
Baten
6L Leefbaarheid en veiligheid 0 0 0 0 0 0
6M3 Arbeidsparticipatie en minima ondersteunende regelingen 11.636 11.382 11.382 11.382 11.382 11.382
6M4 Inburgering, (arbeids)participatie en integratie van statushouders 6.512 5.107 5.107 528 528 528
6N Zelfredzaamheid en eigen mogelijkheden 2.790 705 735 684 468 468
6P Opgroeien en opvoeden 31 17 17 17 17 17
Totaal Baten 20.968 17.211 17.241 12.610 12.394 12.394
Saldo Lasten en Baten programma 6 -36.461 -40.168 -39.402 -38.219 -38.027 -37.659
Stortingen
6Z Niet in pakketjes opgenomen 2.578 0 0 0 0 0
Onttrekkingen
6Z Niet in pakketjes opgenomen 1.898 2.267 0 0 0 0
Saldo Reserves programma 6 -680 2.267 0 0 0 0
Resultaat programma 6 -37.141 -37.901 -39.402 -38.219 -38.027 -37.659

Verplichte beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - inleiding BBV6

Gemeenten nemen vanaf 2017 een basisset BBV beleidsindicatoren op in de begroting en het jaarverslag voor inzicht en heldere beeldvorming over de beleidsresultaten van de gemeente, en vergelijking van gemeenten onderling.

Via het verplichte dashboard van Waarstaatjegemeente.nl zijn nog meer gegevens beschikbaar. In de onderstaande tabel staan de beleidsindicatoren voor dit programma van onze gemeente met peildatum 04-09-2024.

Indicator 2021 2022 2023 2024 2025 Gemeenten 25.000 - 50.000 inwoners Bron
% Jongeren met delict voor rechter 1 1 NB NB NB NB CBS - Jeugd
Omschrijving Het percentage jongeren (12-21 jaar) dat met een delict voor de rechter is verschenen. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.
% Jongeren met jeugdbescherming 1,5 1,5 1,5** NB NB 1,1** CBS - Jeugd
Omschrijving Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’. **Voorlopige cijfers
% Jongeren met jeugdhulp 12,6 11,6 12,1 NB NB 13,5* CBS - Jeugd
Omschrijving Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014), en in natura door de zorgaanbieder is geleverd. PGB gefinancierde hulp en zorg valt hier dus buiten. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Zorg in Natura wordt direct vergoed aan de zorgverlener zonder tussenkomst van de zorggebruiker. In het kader van de jeugdzorg betekent dit dat de hulp rechtstreeks door de gemeente wordt vergoed. Persoonsgebonden budget (PGB) is een geldbedrag waarmee de zorggebruiker zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in kan kopen. Deze wordt verstrekt via de Sociale verzekeringsbank (SVB) maar is ook afkomstig van de gemeente. *Voorlopige cijfers
% Jongeren met jeugdreclassering 0,2 0,1 0,2** NB NB NB CBS - Jeugd
Omschrijving Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart. **Voorlopige cijfers
% Kinderen in uitkeringsgezin 4 4 NB NB NB NB CBS - Beleidsinformatie Jeugd
Omschrijving Percentage kinderen tot 18 jaar die in een gezin leven dat van een bijstandsuitkering moet rondkomen. Bijstandshuishouden is een huishouden waarvan minimaal één lid een bijstandsuitkering ontvangt. Onder bijstand wordt hier uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, tot 2015) en de Participatiewet (vanaf 2015) en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) verstaan. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.
% Netto arbeidsparticipatie 73,0 74,1 74,6 NB NB 73,4* Verwey Jonker Instituut - Kinderen in Tel
Omschrijving Het percentage van de werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de (potentiële) beroepsbevolking.
% Werkloze jongeren 1 1 NB NB NB NB CBS - Jeugd
Omschrijving Personen van 16 t/m 22 jaar die als werkzoekende staan ingeschreven bij het UWV WERKbedrijf en tegelijkertijd geen baan hebben als werknemer volgens de Polisadministratie. Tot en met 2015 zijn de cijfers van deze indicator afkomstig van het Verwey-Jonker Instituut - Kinderen in Tel. De cijfers vanaf 2016 zijn afkomstig van het CBS.
Aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 - 64 jaar 647,5 652,5 669,9 NB NB 738,4* LISA
Omschrijving Onder een baan wordt een vervulde positie verstaan. Dit betreffen zowel fulltimers, parttimers als uitzendkrachten. De indicator betreft het aantal banen per 1.000 inwoners in de leeftijd van 15 tot en met 64 jaar.
Aantal cliënten met een maatwerkarrangement Wmo per 10.000 inwoners 550 550 570 NB NB 686* CBS - Monitor Sociaal Domein WMO
Omschrijving Aantal per 10.000 inwoners in de betreffende bevolkingsgroep. Een maatwerkarrangement is een vorm van specialistische ondersteuning binnen het kader van de Wmo. Voor de Wmo-gegevens geldt dat het referentiegemiddelde gebaseerd is op 327 deelnemende gemeenten.
Lopende re-integratievoorzieningen per 10.000 inwoners 182,1 154,1 151,2 NB NB 196,1* CBS - Participatiewet
Omschrijving Het aantal re-integratievoorzieningen, per 10.000 inwoners in de leeftijd van 15-64 jaar.
Personen met een bijstandsuitkering 277,9 227,5 211,7 NB NB 230,3* CBS - Participatiewet
Omschrijving Het aantal personen met een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015). De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen.
*Gebaseerd op 2023