Paragraaf grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf grondbeleid voor 2025 is gebaseerd op de nota Grondbeleid ‘Grond als basis voor regie’, vastgesteld in 2016. Deze is gedateerd en moet worden geactualiseerd. Hierdoor kunnen we beter aansluiten op de veranderingen vanuit de omgevingswet, klimaatadaptatie (water en bodem sturend) en de maatschappelijke opgave, zoals de huidige opgave voor de woningbouw. Dit past ook goed bij de stappen die wij nemen om meer maatschappelijk dan financieel sturend te worden. Bij dit proces zal de raad actief betrokken worden. 

De opbouw van de deze paragraaf volgt de onderwerpen zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), aangevuld met lopende ontwikkelingen en actualiteiten. Conform artikel 16 van het BBV bevat de paragraaf over het grondbeleid ten minste:

  • Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting.
  • Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert.
  • Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie.
  • Een onderbouwing van de geraamde winstneming.
  • De beleidsuitgangspunten betreffende de reserves voor grondexploitaties in relatie tot de risico’s van de grondexploitaties.

Visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting

Terug naar navigatie - Visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting

Het grondbeleid geeft richting aan het gemeentelijk handelen op de grondmarkt bij ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente bevindt zich op de grondmarkt om de inhoudelijke doelstellingen te realiseren op de locaties die daarvoor ruimtelijk zijn bestemd. 

Het grondbeleid is faciliterend voor het (ruimtelijk) beleid van de gemeente. Van belang is dat grondbeleid geen doelstelling op zich is, maar een instrument om andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen te realiseren. 

Beleidsdoelen
De gemeente Dronten is in het kader van de uitvoering van de Omgevingswet bezig met het opstellen van de Toekomstvisie. In 2025 zal deze in werking treden na besluitvorming door de raad. Deze visie vervangt de huidige structuurvisie Dronten 2030 en de structuurvisie Hanzekwartier. Vooruitlopend hierop is een nieuwe ‘Woonvisie’ en een economisch strategisch beleidskader in voorbereiding. Het is nog niet helder welke beleidsdoelen uit deze beleidskaders komen waar het gemeentelijk grondbeleid haar faciliterende rol kan vervullen. Tot dan geldt dat het grondbeleid bijdraagt aan een woningbouwproductie van 250 per jaar, zoals opgenomen in de vigerende woonvisie (30 juni 2016). Voor bedrijventerreinen geldt vooralsnog de huidige beleidslijn van 2,4 hectare uitgifte per jaar.   

Lopende ontwikkelingen 
De gemeente heeft grondexploitaties voor de ontwikkeling van woningbouwlocaties en bedrijventerreinen. De gronden voor deze ontwikkelingen zijn op basis van actief grondbeleid verworven. 
In de gemeente worden ook initiatieven door derden ontwikkeld (zelfrealisatie). Hiervoor zijn anterieure overeenkomsten opgesteld, waarin ontwikkelafspraken zijn opgenomen en het kostenverhaal is uitgewerkt. Hiermee heeft de gemeente haar regierol vervult. 

In Swifterbant geldt dit voor de ontwikkeling van locatie Swifterbant-Zuid, kern Dronten De Boeg, Golfresidentie, De Zuid, locatie Rikken, locatie Bol aan de Noord binnen het Hanzekwartier en voor Biddinghuizen bedrijventerrein De Toekomst (Oldebroekerweg). 

Voor de ontwikkeling van het Hanzekwartier heeft de raad ingestemd met een actieve rol voor het binnengebied. Het instrument WvG (Wet voorkeursrecht Gemeenten) is hiervoor ingezet. De ontwikkelingen aan de Noord worden via zelfrealisatie ontwikkeld. In 2023 en 2024 zijn er gesprekken gestart over de ontwikkeling van de voormalige garage Huijgen en locatie Wouda. Voor de ontwikkeling aan De Havenweg zal de gemeente haar gronden (aangekocht juli 2024) verkopen aan de andere grondeigenaar voor de realisatie van woningbouw. Hiervoor zal een anterieure overeenkomst worden gesloten.

Voor 2025 is de planning een oplevering (sleutel klaar) van 221 woningen.
Daarvan zijn 160 woningen in verkoop (70% verkoop behaald) of reeds verkocht.    

Bedrijventerreinen
De beleidslijn voor de uitgifte fasering is 2,4 ha. per jaar gemeente breed (raadsbesluit van januari 2015 en aanpassing 2016). In 2022 en 2023 is de verkoop van de gronden en reserveringen/opties fors toegenomen. De voorraad uit te geven gronden in Biddinghuizen alsmede in Swifterbant is nihil. 

Voor Biddinghuizen is het plan om de locatie De Driehoek actief als bedrijventerrein te gaan uitgeven. Gewacht wordt nog op de uitwerking van het sleutelproject Biddinghuizen. Er wordt hiervoor een nieuw stedenbouwkundig plan voorbereid met herziening van de grondexploitatie. 

Het bedrijventerrein Business Zone Delta is uitverkocht voor de reguliere kavels. Voor 2025 ev. wordt voor de kantoorkavels bekeken of deze als regulier bedrijventerrein worden ingezet of worden ingezet voor andere functies zoals een evenemententerrein of flexwoningen. Uiteraard met als uitgangspunt de kaders in de Economische Beleidsvisie (planning vaststelling raad 4e kwartaal 2025). De grondexploitatie zal hierdoor worden afgesloten en in kleinere vorm opnieuw worden vastgesteld. 

De verkoop in de Poort van Dronten 1e en 2e fase gaan voorspoedig. Netcongestie heeft een belemmerde bedreiging voor de uitgifte van de laatste beschikbare gronden. 

Voor de Poort van Dronten 3e fase wordt onderzocht hoe de vestiging van Domeinen kan worden gefaciliteerd alsmede een 2e hoofdontsluiting vanaf de N307. In 2024 zijn de aankoopgesprekken gestart met het Rijksvastgoedbedrijf voor aankoop van de benodigde gronden voor de ontwikkeling van fase 3. De gemeente kiest hier een actieve rol. In 2025 wordt vormgegeven aan de verdere uitwerking van het stedenbouwkundig plan.  

Groeiopgave Dronten 2050
Het besluit van de gemeenteraad van 11 mei 2023 ‘Richting aan groei’ om te groeien naar 60.000 inwoners in 2024 vraagt om een doorvertaling naar het grondbeleid van de gemeente Dronten. Momenteel is het grondbeleid passief (gemeente stelt kaders, derden zoals ontwikkelaars of woningbouwcorporatie zijn verantwoordelijk voor realisatie). Voor de integrale groeiopgave waar Dronten nu voor staat, lijkt passief grondbeleid onvoldoende om de gestelde beleidsdoelen (‘bouwen aan een samenleving’) en de bijhorende gewenste beleidseffecten te realiseren. 

In het besluit ‘Richting aan groei’ heeft de gemeenteraad geduid dat van de grofweg 9.000 woningen die nodig zijn voor het huisvesten van 16.000 nieuwe inwoners, er circa 6.000 gebouwd gaan worden op uitbreidingslocaties aan de zuid-, oost- en/of noordzijde van de kern Dronten. Tevens zijn inbreidingslocaties benoemd in de vorm van sleutelprojecten voor Swifterbant, Biddinghuizen en Dronten Stationsomgeving. Verder wordt een substantieel van de nieuwe woningen gerealiseerd binnen de lopende projecten Swifterbant Zuid, De Graafschap Biddinghuizen en Hanzekwartier Dronten. 

Afgelopen jaar is begonnen met het voorbereiden van de planvorming voor de drie uitbreidingslocaties en de drie sleutelprojecten. Daarbij loopt de uitbreidingslocatie Dronten Zuid (waarop de gemeenteraad in juni 2023 heeft besloten voorkeursrecht te vestigen op ca. 270 hectare aan de zuidkant van de kern Dronten) voorop, samen met de sleutelprojecten Swifterbant en Biddinghuizen. Tegelijk is wel de doorwerking op en relatie met de andere locaties voor uit- en inbreiding geanalyseerd.

In die analyse komen een aantal aspecten naar voren die relevant zijn voor het te voeren grondbeleid van de gemeente Dronten:

  1. Voor zowel de inbreidings- als de uitbreidingslocaties gaat het om integrale gebiedsontwikkeling waarin verschillende opgaven een plek moeten krijgen. Denk naast woningbouw aan klimaatadaptatie (water en hitte), biodiversiteit, beschikbaarheid van duurzame energie en herschikken van maatschappelijke voorzieningen (scholen, sportfaciliteiten, winkels, speelterreinen etc., aanpassen basisinfrastructuur). Daarmee is de groei van Dronten veel meer dan het ontwikkelen van zes bouwlocaties.
  2. De omvang van de uitbreidingslocaties (afhankelijk van de uitwerking van de opgaven bij 1. varieert die tussen de 500 en 750 hectare) is van een andere orde dan relatief kleinere bouwprojecten als Swifterbant-Zuid, De Graafschap en Hanzekwartier.
  3. Voor het ontwikkelen van de drie uitbreidingslocaties is samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een belangrijke randvoorwaarde, gezien de aanzienlijke grondposities van het RVB op de aangewezen uitbreidingslocaties, maar ook elders in de gemeente Dronten.
  4. Een aantal ondernemers die mogelijk moeten plaatsmaken voor woningbouw, heeft de vraag of ze elders hun bedrijf kunnen voortzetten. Daarbij gaat het in ieder geval om agrarische ondernemers, maar naar verwachting ook om ondernemers in de omgeving van het Stationsgebied. 
  5. De bouw van nieuwe woningen en daarmee de komst van nieuwe inwoners heeft, gezien de omvang, doorwerking op de capaciteit van de infrastructuur en op de ruimte die nodig zal zijn voor economische activiteiten. Concrete perspectieven hiervoor moeten nog worden uitgewerkt. Omdat de ruimtelijke hoofdstructuur van Dronten niet is ontworpen op een inwoneraantal van 60.000 mensen, zijn forse (zowel financieel als ruimtelijk als sociaal) ingrepen nodig om de groei te realiseren binnen de kaders van de Drontense Principes en de maatschappelijke effecten waarop in de begroting wordt gestuurd (samen te vatten onder de noemer ‘behoud of versterken brede welvaart van onze inwoners’). 

Als we deze vijf aspecten vertalen naar het te voeren grondbeleid van de gemeente Dronten in de komende jaren, dan leidt het geen twijfel dat de gemeente baat heeft bij actieve(re) vormen van grondbeleid, specifiek voor het realiseren van de voorgenomen groei en de daaraan verbonden maatschappelijke effecten.

Vooral voor de realisatie van nieuwe woonwijken aan de randen van Dronten en de transitie naar de stationsomgeving tot een gevarieerd woonwerkgebied kan niet worden volstaan met een passief grondbeleid. Er zal behoefte zijn aan ruilbedrijven buiten de vastgestelde ontwikkellocaties om agrarische bedrijven te kunnen verplaatsen. 

Ook zal er behoefte zijn om bedrijven die nu aan de noordzijde van het station zijn gevestigd, uit te plaatsen naar andere locaties binnen het grondgebied van Dronten. Betrokkenheid van het Rijksvastgoedbedrijf, mogelijk als (mede)ontwikkelaar, maar ook als partij die gronden beschikbaar stelt, is zowel financieel als ruimtelijk randvoorwaardelijk. Provincie en waterschap zullen inhoudelijk en financieel aan de groeiopgave van Dronten moeten bijdragen om als gemeente te kunnen voldoen aan de eisen die aan nieuwe woonwijken worden gesteld op basis van afspraken en wetgeving die op provinciaal, nationaal en zelfs Europees niveau zijn vastgesteld.

Daarnaast komen er op de gemeente Dronten ontwikkelingen af die buiten de woningbouwlocaties (mogelijk) om ruimtelijke inpassing gaan vragen, zoals een nieuwe 380 KV hoogspanningslijn, de aanleg van de Lelylijn waarvan het tracé over het grondgebied van Dronten zal lopen en de eerder dit jaar door het ministerie van Defensie naar voren gebrachte ruimtebehoeftes voor militaire faciliteiten.

Aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert

Terug naar navigatie - Aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert

De gemeente kiest in principe bij nieuwe ontwikkelingen voor het voeren van een faciliterend grondbeleid waarbij de gemeente haar regierol kan vervullen door het aangaan van een samenwerkingsverband (middels een het sluiten van anterieure overeenkomst) met een marktpartij met eventueel een gezamenlijke grondexploitatie. 

Met de instrumenten die de Omgevingswet biedt, moeten we beoordelen of de gemeentelijke doelen voldoende gerealiseerd kunnen worden of dat er argumenten zijn om in specifieke gevallen de gemeente een risicodragend actief grondbeleid wil en kan voeren. 

Als voorbeeld is voor een deel van het ontwikkelgebied Hanzekwartier door de gemeenteraad in april 2020 hiertoe besloten. 

Hoe de gemeente haar rol bij een integrale gebiedsontwikkeling invult, hangt af van de volgende afwegingen:

  • Grondverwerving 
    Marktpartijen hebben al grondposities ingenomen, waar de gemeente niet om heen kan.
  • Financiën 
    Wat betekent de voorgestelde ontwikkelingsvorm voor de kosten en de baten voor de gemeente en wat zou dit betekenen in het geval er gekozen wordt voor een verdergaande vorm van regievoeren?
  • Snelheid/doorlooptijd
    Wat betekent de voorgestelde vorm van regievoeren voor de doorlooptijd van het project en hebben we procedureel en inhoudelijk de tijd om te kiezen voor een verdergaande vorm van regievoeren?
  • Status van het project
    Wat is de status van het project en welke keuzemomenten komen er nog voor de bestaande (lopende projecten) of deelfases van het project en kunnen we daar kiezen voor een verdergaande vorm van regievoeren?
  • Competenties
    Zijn de competenties in de organisatie beschikbaar voor de voorgestelde ontwikkelingsvorm en wat betekent dit voor het geval we kiezen voor een verdergaande vorm van regievoeren? Het betreft hier de competenties binnen de totale gemeentelijke organisatie.

Vanuit deze afwegingen zal de komende jaren ook voor de ontwikkeling van Dronten Zuid als uitbreidingslocatie voor de groeiopgave Dronten 2050 een passende vorm van grondbeleid worden uitgewerkt. Zodra dat concreet wordt, zal de gemeenteraad in deze ontwikkeling worden meegenomen. Naar verwachting wordt de raad hierover in de begrotingscyclus van 2025 nader geïnformeerd.  

Het grondbeleid in de gemeente wordt niet alleen beïnvloed door de (ontwikkelingen in de) gemeente zelf (zoals de groei naar 60.000 inwoners in 2050), maar ook door de ontwikkeling en regelgeving vanuit Europa, de Rijksoverheid en de provincie. Ook jurisprudentie op basis van rechterlijke uitspraken spelen een rol. Het Didam arrest van eind 2021 heeft een grote invloed op het grond(uitgifte)beleid. 

Het wettelijke kader voor het opstellen van gemeentelijk grondbeleid wordt ondersteund door de instrumenten geregeld in de per 1 januari 2024 geldende Omgevingswet. De financiële kaders zijn opgenomen in het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV) en de Financiële verordening ex. art 212 van de Gemeentewet. 

Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie en onderbouwing geraamde winstneming

Terug naar navigatie - Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie en onderbouwing geraamde winstneming

Voor het bepalen van het uiteindelijke (jaar)resultaat van de gezamenlijke grondexploitaties zijn drie zaken van belang:
A.    De uiteindelijke resultaten van de grondexploitaties.
B.    De risico’s van grondexploitatieontwikkelingen.
C.    De stand en ontwikkelingen van de reserves, claims en voorzieningen.
 
Voor het bepalen van de (tussentijdse) winst wordt de POC-methode gehanteerd. 

Een deel van dit resultaat wordt bij bestemming gestort in de gevormde bestemmingsreserve ‘Niet afgesloten exploitaties’. Dit omdat er zich onzekerheden kunnen voordoen en om eventueel eerdere ten onrechte genomen winsten te corrigeren. 

Voor te verwachten verliezen wordt een voorziening gevormd.

Herzien Grondexploitatie
Als zich significante afwijkingen in de werkelijkheid ten opzichte van het vastgestelde krediet voordoen, zal de exploitatieopzet tussentijds worden herzien en opnieuw ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. Dit geldt als de volgende wijzigingen optreden:

  1. In de exploitatiegrens.
  2. Planinhoud, zijnde bestemmingen en hoeveelheden (m² uitgeefbaar etc.).
  3. Als het effect op het vastgestelde saldo op startwaarde groter is dan 10% van de totale kosten of een bedrag van meer dan € 500.000. De afwijking moet € 250.000 of meer bedragen.

Afwikkelen Grondexploitaties
Na het gereedkomen van de werken binnen de grondexploitatie wordt nog gedurende 1 jaar kosten voor garantie geraamd. Voor groen is een garantieperiode van 2 jaar van toepassing. Hierna wordt overgegaan tot het definitief afsluiten van de exploitatie. Een grondexploitatie wordt definitief afgesloten als 100% van de kosten en opbrengsten zijn gerealiseerd. In de jaarrekening zal hiervan melding worden gedaan.

Actuele Prognose 
Bij de jaarafsluiting 2023 is de prognose voor de toekomstige resultaten van de grondexploitaties opgesteld. Deze prognose is leidend bij de begroting 2025. 

Hieronder is dit resultaat per complex weergegeven in de tijd en wordt toegelicht wat we verwachten te bereiken in de komende jaren. 

Complex Boekwaarde 31-12-2023 Nog te realiseren Resultaat op Startwaarde (1-1-2024) Status
Kosten Opbrengsten
Woningbouw 5.340.227 23.199.469 21.968.036 6.747.900 tekort
Bedrijventerreinen 3.856.036 5.809.166 13.165.477 -3.174.597 overschot
Bijzondere bebouwing 3.606.246 5.721.881 11.829.309 -2.337.989 overschot
Totaal 12.802.509 34.730.695 46.962.821 1.235.314 tekort
De startwaarde is de resultante van de boekwaarde, nog te maken kosten en opbrengsten gecorrigeerd met de inflatie en rente-invloeden contant gemaakt naar 1-1-2023.

Woningbouw
Op basis van de grondopbrengsten fasering is voor 2025 verkoop voor 124 woningen opgenomen in de grondexploitaties. Het betreft hier 29 woningen in HZ-Havenkade 1e fase (complex 127), 36 in HZ-Havenkade 2e fase (complex 129) en 43 in De Graafschap 2e fase (complex 232). Daadwerkelijk sleutel klaar is gemiddeld 1-2 jaar na grondlevering. Het merendeel van de werkzaamheden is de verdere uitwerking van het woonrijpmaken. Verwacht wordt dat het complex Het Palet in 2025 kan worden afgewikkeld (hangt af van de woonrijpwerkzaamheden en de planvorming van 2 boskavels).

Bedrijventerrein
Al eerder aangegeven is dat de voorraad uit te geven bedrijventerrein in Tarpan in Swifterbant (1 perceel) en Oldebroekerweg in Biddinghuizen (3 woonwerk percelen). Voor 2025 wordt verwacht dat het totaal uit te geven van 3,85 hectare in Poort van Dronten 2e fase (complex 162) juridisch is geleverd. Uiteraard hangt dit af of de afgegeven optie in 2024 daadwerkelijk wordt omgezet in een verkoop. 

Bijzondere bebouwing
Voor Dronten West (complex 015) zal in 2025 gestart zijn met de bouw van 36 huurappartementen. Binnen HZ Spoorzone (complex 124) is de verwachting dat de bouw is gestart voor het laatste deel met 83 huur- en koopwoningen (OFW en Projectontwikkelaar).     

In 2024 is een optie verleend voor de laatste kavel binnen Bloemenzoom (complex 382). Afhankelijk van daadwerkelijke koop in 2024 kan de grondexploitatie in 2025 worden afgewikkeld. 

Het project Parkwachters in HZ-Scholenzone (complex 123) is niet doorgegaan. In 2025 zal verder vorm worden gegeven aan een andere invulling voor dit deel.  

Beleidsuitgangspunten betreffende de reserves voor grondexploitaties in relatie tot de risico’s van de grondexploitaties

Terug naar navigatie - Beleidsuitgangspunten betreffende de reserves voor grondexploitaties in relatie tot de risico’s van de grondexploitaties

Jaarlijks wordt bij de jaarrekening verantwoording afgelegd over de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het grondbeleid en de doelstelling van de grondexploitaties.

Hiervoor is, naast het verwachte resultaat van de gezamenlijke grondexploitaties, bepaald welke risico’s op deze complexen worden gelopen. Financieel houden we rekening met deze risico’s van de grondexploitatie middels het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is een soort van financiële buffer. Het weerstandsvermogen eind 2023 was 12,6 miljoen, waarbij dit mimimaal 5,5 miljoen zou moeten zijn. 

Voor de verder uitgangspunten van de risico’s op het grondbeleid verwijzen we naar de  nota Grondbeleid ‘Grond als basis voor regie’ (2016). 

Per 2025 werken we met de volgende twee reserves:

  • Niet afgesloten exploitaties (POC) 
    Doel: Tussentijds winst te nemen op de grondexploitaties volgens de Percentage of Completion (POC) methode.
  • Bestemmingsreserve ontwikkeling Hanzekwartier 
    Doel: Het verevenen van winstgevende grondexploitaties van het Hanzekwartier met verliesgevende grondexploitaties.