Algemeen

Bestuurlijke en financiële hoofdlijnen

Maatschappelijke impact

Terug naar navigatie - Maatschappelijke impact

De inwoners staan centraal voor de gemeente Dronten. Een actueel en belangrijk thema voor ons is hoe wij voor onze inwoners een zo groot mogelijke maatschappelijke impact kunnen maken. Met Effect Gericht Sturen en SMART begroten wordt zichtbaar gemaakt hoe we invulling kunnen geven aan deze ontwikkeling. Wij richten ons hierbij op wat wij in onze samenleving willen bereiken en betrekken onze samenleving daar nadrukkelijk in. Wat daarin helpt is de (concept) toekomstvisie die recentelijk voor en door de Drontenaren is gemaakt. Het geeft ons de richting die wij nodig hebben om de Drontense samenleving verder te laten groeien. Dit is een mooi voorbeeld van hoe mensen de samenleving maken.

Door het maatschappelijk effect centraal te stellen in ons beleid, wordt beter zichtbaar wat de maatschappelijke impact van dit beleid kan zijn. Het helpt als de beleidsdoelen die hieruit volgen SMART opgesteld worden. SMART wil zeggen dat het Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden is. Het maakt wat je wilt bereiken vooral concreter en het biedt ruimte om hierover in gesprek te gaan. Wij zorgen er daarom voor dat we onze beleidsdoelstellingen SMART maken. Daar ziet u in deze begroting al iets van terug. U kunt daarnaast verwachten dat wij in deze manier van werken in de komende jaren beter worden. Dit betekent overigens niet dat het huidige beleid niet goed is. We maken het vooral beter zichtbaar hoe wij de inwoners centraal hebben gesteld en welke effecten we willen bereiken. En dat is nou precies waar het bij ons om draait.

Grote thema's

Terug naar navigatie - Grote thema's

De toekomstvisie komt op een goed moment. Dronten wordt in positie gebracht om grote maatschappelijke impact te gaan maken. We willen namelijk groeien naar een samenleving van 60.000 inwoners in 2050. Een groei van meer dan 30% ten opzichte van onze huidige situatie. Deze groei is hier rechts in een grafiek zichtbaar gemaakt, wanneer deze zich lineair zou voordoen. Een groeiambitie als deze betekent veel voor een gemeente van onze omvang. Er komt veel meer bij kijken dan alleen huizen bouwen. De (toekomstige) Drontense samenleving staat hierin voorop. Dit maakt dat de groeiambitie onze volledige aandacht heeft en om te zorgen dat hier een juiste invulling aan gegeven kan worden, is hier financieel ruimte voor gemaakt. 

 

Separaat aan de groeiambitie hebben we de kans om onze jeugd te faciliteren met goed onderwijs. Wij hebben namelijk de mogelijkheid om bij de huisvesting van de nieuw te bouwen scholen en gymzalen rekening te houden met de wensen van onze inwoners en (maatschappelijke) partners. Het benutten van koppelkansen, waardoor kan worden bijgedragen aan meerdere maatschappelijk effecten, is iets wat we niet aan ons voorbij laten gaan.

Dat we in de komende jaren een groot verschil kunnen maken, geeft ons ook een grote verantwoordelijkheid. We brengen daarom meer focus aan op deze grote thema’s in deze Programmabegroting 2025. Een voorbeeld daarvan is dat de opgaven uit het Strategisch Maatschappelijk Vastgoedplan (SVP) opgenomen zijn in de investeringsopgave, met als doel ons financieel goed voor te bereiden. In deze begroting zijn de lasten die hiermee gemoeid gaan tot en met 2028 conform de huidige investeringsplanning verwerkt. De investeringsprojecten die uit het SVP voortvloeien zullen allemaal aan de raad worden voorgelegd.

We staan er financieel goed voor. Onze financiële kengetallen zijn allemaal positief en we beschikken over een gezonde structurele begroting voor 2025. Voor de jaren 2026-2028 zijn nog steeds structurele tekorten (de ravijnjaren). Het tekort wat bij de Perspectiefnota 2025 is gedeeld, is echter door een positieve Meicirculaire voor een groot deel teruggebracht. Dit verandert onze gedragslijn niet. We werken aan het versterken van ons inzicht in wat we willen bereiken en wat we daarvoor hebben te doen. Wanneer moeilijke keuzes gemaakt moeten worden, dan zijn we er klaar voor om vanuit verschillende scenario’s de keuzemogelijkheden inzichtelijk te maken. 

Een laatste thema dat we specifiek willen benoemen zijn de ontwikkelingen in het sociaal domein. Het nieuwe beleidskader wordt in september 2024 door uw raad vastgesteld. Op basis hiervan worden de uitvoeringsplannen uitgewerkt die begin 2025 worden vastgesteld. Dat betekent dat een passend financieel kader niet meer in de begroting van 2025 is opgenomen. Het gevolg hiervan is dat de financiën uit de verlengde beleidsperiode voor een deel verlengd zijn naar 2025. Een passend financieel kader sociaal domein wordt aan u voorgelegd bij de perspectiefnota en begroting 2026 en volgende jaren.

Het nieuwe strategische beleidskader voor het sociaal domein betekent voor ons ook het leren werken in de lijn van effect gericht sturen. De veranderingen die door intensief samenspel van raad en college tot stand zijn gekomen, zullen niet van de één op de andere dag zichtbaar worden. Dit vraagt om geduld, het is niet direct voelbaar en meetbaar. Dat is lastig, want we willen direct het verschil maken. Maar het mooie is, als we het op een goede manier doen, zal het wel meetbaar en voelbaar worden. Dan zullen we meer ruimte en vrijheid ervaren. Dan zullen we uiteindelijk gaan zien dat meer inwoners werk hebben en een stabiel inkomen, meer kinderen goed onderwijs krijgen of meer ouderen zich gelukkig en gezond voelen.

Naast de grote thema’s wordt er op alle beleidsterreinen hard gewerkt om gepaste invulling te geven aan het tweede deel van het collegeprogramma. Zo wordt onder andere de bedrijfsvoering naar een kwalitatief hoger niveau gebracht. Daarmee zetten we in op een basis die hoort bij een gemeente die voor 60.000 inwoners wil zorgen. Hierbij laten we het niet na om nieuwe inzichten om te zetten in mogelijke verbeteracties, maar de nadruk ligt op datgene wat we doen goed te doen. Hiermee creëren we de rust en ruimte om te groeien. In het programmaplan wordt hier verder aandacht aan besteed. Dit doen we door te benoemen waar onze focus in 2025 (en verder) op zal liggen. 

Financieel beeld

Terug naar navigatie - Financieel beeld

De traditionele manier van begroten van de afgelopen jaren had als gevolg dat bij de Kadernota en Programmabegroting steeds iets extra werd aangevraagd. Hierbij werd vooral gedacht vanuit activiteiten. In de totstandkoming van deze Programmabegroting is een andere lijn gevolgd. Het huidige beleid is centraal gesteld en hierop is het huidige budget bijgesteld. De vraag die we steeds weer stellen is: bereiken we met deze middelen wat we willen? Geeft dit voldoende ruimte om te doen wat er gedaan moet worden? Niet denken in steeds iets erbij, maar denken vanuit het totaal. Op deze manier kijken we ook (gedwongen) kritischer naar de uitgaven die we al deden. Deze beweging heeft ook als gevolg dat op diverse onderdelen, zoals de personeelslasten en ICT-lasten, grote bijstellingen zijn gedaan. 

Het huidige financiële beeld ziet er voor de Programmabegroting 2025 als volgt uit:

Primitieve begroting 2025-2028 2025 2026 2027 2028
Programma 0 Bestuur en ondersteuning 80.863 77.089 78.319 79.729
Programma 1 Veiligheid -6.375 -6.417 -6.360 -6.251
Programma 2 Verkeer, vervoer en waterstaat -8.243 -8.565 -8.554 -8.620
Programma 3 Economie 572 732 737 743
Programma 4 Onderwijs -7.073 -6.351 -6.752 -7.791
Programma 5 Sport, cultuur en recreatie -16.956 -17.176 -17.366 -17.898
Programma 6 Sociaal domein -40.572 -39.389 -39.197 -38.829
Programma 7 Volksgezondheid en milieu -450 -572 -562 -748
Programma 8 Volkshuisvesting, leefomgeving en stedelijke vernieuwing -4.231 -4.225 -4.223 -2.680
Totaal effect primitieve Programmabegroting 2025 -2.465 -4.873 -3.958 -2.345
Structureel 41 -2.123 -1.840 -2.402
Incidenteel -2.506 -2.749 -2.118 58
Totaal effect primitieve Programmabegroting 2025 -2.465 -4.873 -3.958 -2.345
Terug naar navigatie - Deel 1

Voor het begrotingsjaar 2025 is een structureel evenwicht. Het totaal begrotingssaldo van 2025 toont dat voor ongeveer 2,5 miljoen gebruik gemaakt wordt van de algemene reserves. Het meerjarenperspectief toont een ander beeld. Dit zijn de ravijnjaren. Onze algemene (gemeentefonds) inkomsten worden de komende jaren fors minder. Van 2025 naar 2026 dalen de inkomsten met 4,9 miljoen. Wanneer vanuit het Rijk geen concrete aanpassingen meer volgen, bepaalt dit voor een groot deel de financiële opgave voor de Programmabegroting 2026. De aanpak voor deze mogelijke opgave richt zich met name in het optimaliseren van de interne processen en inzichten om er te staan wanneer dat nodig is.

Het financieel perspectief (zie overzicht hieronder) toont de aanpassingen vanaf de 1e  financiële tussenrapportage naar de Programmabegroting 2025. Aan de hand van het financieel perspectief worden de grootste financiële wijzigingen in deze Programmabegroting toegelicht. Hier loopt ook de 2e financiële tussenrapportage doorheen. De verwachte wijzigingen uit de 2e tussenrapportage is als reeds besloten meegenomen, waarbij eventuele amendementen daardoor niet zijn meegenomen. De grootste financiële wijziging in de 2e financiële tussenrapportage is de verwerking van de Meicirculaire. 

Financieel perspectief 2025-2028 Programmabegroting 2025 2025 2026 2027 2028
(x € 1.000)
Stand na Financiële Tussenrapportage 1 2024 Structureel 5.573 -274 807 807
Stand na Financiële Tussenrapportage 1 2024 Incidenteel -912 -504 -366 -366
Begrotingssaldo Begroting 2025 na 1e Tussenrapportage 4.661 -778 440 440
Verwachte wijzigingen Financiële Tussenrapportage 2 2024 structureel -237 3.882 3.769 4.643
Verwachte wijzigingen Financiële Tussenrapportage 2 2024 incidenteel 1.602 407 302 302
Verwachte wijzigingen begrotingssaldo 2e Tussenrapportage 1.366 4.240 4.071 4.945
Stand na Financiële Tussenrapportage 2 2024 Structureel 5.336 3.558 4.576 5.450
Stand na Financiële Tussenrapportage 2 2024 Incidenteel 690 -97 -64 -64
Begrotingssaldo Begroting 2025 na 2e Tussenrapportage 6.027 3.462 4.512 5.386
Totaal wijzigingen structureel saldo Programmabegroting 2025 -5.296 -5.682 -6.416 -7.853
Totaal wijzigingen incidenteel saldo Programmabegroting 2025 -3.196 -2.653 -2.054 122
Totaal wijzigingen begrotingssaldo Programmabegroting 2025 -8.492 -8.335 -8.470 -7.731
Stand structureel na vaststelling Programmabegroting 2025 41 -2.123 -1.840 -2.402
Stand incidenteel na vaststelling Programmabegroting 2025 -2.506 -2.749 -2.118 58
Eindstand begrotingssaldo na vaststelling Programmabegroting 2025 -2.465 -4.873 -3.958 -2.345

Structurele wijzigingen

Terug naar navigatie - Structurele wijzigingen

De volgende tabel toont de grootste wijzigingen in het structurele saldo van de Programmabegroting ten opzichte van de stand van de 2e tussenrapportage. De wijzigingen worden onder de tabel toegelicht.

Structurele wijzigingen 2025 2026 2027 2028
1) Personele formatie -4.700 -4.610 -4.610 -4.610
2) Rentelasten bij investeringsopgaaf 0 -400 -1.400 -2.300
3) Reservering lasten SVP 985 573 573 -61
4) Toename ICT lasten -515 -515 -515 -515
5) Aanbestedingen sociaal domein -960 -960 -960 -960
Overige structurele wijzigingen -106 230 496 593
Totaal -5.296 -5.682 -6.416 -7.853
Terug naar navigatie - Deel 3

1) Het afgelopen jaar is de grip op de personeelslasten versterkt, zodat we beter sturing kunnen geven aan de organisatie. Dit is mede noodzakelijk in onze aanpak richting robuuste financiën. De uitkomst is dat het de verschillen zichtbaar heeft gemaakt tussen de oude vertaling naar de begroting en de nieuwe vertaling die recht doet aan de werkelijke situatie in Dronten. De personele formaties sluiten hierdoor goed aan om de doelen en taken van Dronten duurzaam te kunnen blijven uitvoeren. Hiermee zijn we beter voorbereid op wat de toekomst van ons vraagt.

2) De investeringsopgaaf van het Strategisch Vastgoedplan is voor de begrotingsperiode volledig opgenomen, voor investeringen die in deze periode vallen. Hierdoor houden we goed rekening met lasten wanneer we in staat zouden zijn deze planning te realiseren. We zijn ons ook bewust dat de praktijk vaak weerbarstiger is, maar zullen u over de voortgang blijven informeren. 

Het onderstaande overzicht toont de investeringen in materiële vaste activa van de periode 2017 tot en met 2028. De gemiddelde investeringen in de periode 2017-2023 betroffen ongeveer 8,5 miljoen. 
We houden voor de periode 2024-2028 nu rekening met gemiddeld 25 miljoen. Voor het financieren van deze investeringen zal vanaf 2026 jaarlijks vreemd vermogen worden aangetrokken. 

Hierbij is gerekend met het huidige gangbare rentepercentage van 4%. De rentelasten lopen door het aantrekken van vreemd vermogen op met 2,3 miljoen in 2028. Dit overzicht laat zien dat de financiële positie enorm zal veranderen door de investeringsopgave die in deze begroting is vertaald. 

3) De afgelopen jaren waren de toekomstige lasten van de investeringen in het maatschappelijk vastgoed gereserveerd. Dit beklemde het structureel resultaat. De nieuwe manier van verwerken (via de investeringsagenda) zorgt dat de lasten op de juiste plaats en voor het juiste jaar in de Programmabegroting verwerkt worden. De impact op de Programmabegroting is pas echt te merken in 2028, wanneer de afschrijvingen starten van de investeringen die in 2027 worden opgeleverd. De eerder gemaakte reservering maakt echter dat we dit in het begrotingsjaar 2028 nagenoeg neutraal kunnen verwerken. Als we realistisch begroten is er voor de jaren 2025-2027 een structureel voordeel dat in deze Programmabegroting is verwerkt. 

4) In de uitwerking van de Programmabegroting is op het gebied van ICT zichtbaar geworden dat het budget ontoereikend was. Hier heeft een financiële bijstelling plaatsgevonden. De ontwikkelingen op gebieden zoals informatiehuishouding, i-visie en informatieveiligheid worden in de paragraaf bedrijfsvoering nader toegelicht. 

5) De impact van aanbestedingen binnen het sociaal domein (met name jeugdhulp) zijn tevens verwerkt in deze Programmabegroting.

Incidentele wijzigingen

Terug naar navigatie - Incidentele wijzigingen

De volgende tabel toont de grootste wijzigingen in het incidentele saldo van de Programmabegroting ten opzichte van de stand van de 2e tussenrapportage. De wijzigingen worden onder de tabel toegelicht.

Incidentele wijzigingen 2025 2026 2027 2028
1) Personele formatie -1.691 -1.262 -683 0
2) Dronten 2050 -1.400 -1.400 -1.400 0
3) Noodopvang Oekraïne 1.170 0 0 0
4) Sociaal domein -813 0 0 0
Overige structurele wijzigingen -462 9 29 122
Totaal -3.196 -2.653 -2.054 122
Terug naar navigatie - Deel 4

1, 2) De bijstelling van de personele formatie is naast structureel ook incidenteel verwerkt. Dit is met name nodig om de beleidsverbeteringen die gewenst zijn te kunnen realiseren. Daarnaast is rekening gehouden met de groeiambitie Dronten 2050. Daarvoor is 4,2 miljoen voor de komende 3 jaar gereserveerd. Hiermee wordt regie op de groeiopgave gezet. Deze middelen moeten het mogelijk maken dat het integrale karakter van deze groeiopgave wordt gewaarborgd en de Drontense samenleving in deze groeiopgave centraal wordt gesteld. 

3, 4) Voor de noodopvang Oekraïne wordt op een positief incidenteel resultaat gerekend van 1,2 miljoen. Het nieuwe sociaal beleid vraagt om een overgangsperiode van een aantal maatschappelijke regelingen. Ook wordt extra ingezet op het armoedebeleid. Voor 2025 is rekening gehouden met 0,8 miljoen. 

De incidentele middelen worden in totaal voor 2025 met 3,2 miljoen aangepast. In de toelichting op het overzicht van baten en lasten is een tabel opgenomen waarin alle incidentele baten en lasten terugkomen. Dit overzicht is sterk verbeterd ten opzichte van voorgaande jaren om het inzicht te vergroten en meer scenario denken mogelijk te maken. In deze begroting is gekozen om met bovenstaande wijzigingen een scenario voor te leggen waarin een bijdrage geleverd wordt aan het groeien naar een gemeente van 60.000 inwoners en een organisatie die op het bijpassende kwaliteitsniveau werkt. Deze ambitie vraagt voor 2025 per saldo een investering van 2,5 miljoen.

Recapitulatie

Terug naar navigatie - Recapitulatie

Bij de Programmabegroting wordt gebruik gemaakt van (bestemmings)reserves. De volgende recapitulatie toont in welke mate het begrotingssaldo gebruikt heeft gemaakt van deze reserves. In de recapitulatie is voor 2024 gebruik gemaakt van het verwachte saldo van de 2e financiële tussenrapportage.

Lasten en Baten (x € 1.000) Rekening 2023 Begroting 2024 (FT 2) Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028
Totale lasten exclusief reserves -149.705 -160.550 -156.301 -148.103 -147.559 -147.085
Totale baten exclusief reserves 155.118 152.836 152.472 142.032 142.402 143.542
Saldo exclusief reserves 5.412 -7.714 -3.829 -6.072 -5.156 -3.543
Toevoegingen aan reserves -7.839 -5.639 -603 -603 -603 -603
Onttrekkingen uit reserves 9.214 17.122 1.967 1.802 1.802 1.802
Het geraamde c.q. gerealiseerde resultaat 6.787 3.769 -2.465 -4.873 -3.958 -2.345
Incidenteel begrotingsresultaat 2025 - 2028 -1.467 -2.506 -2.749 -2.118 58
Structureel begrotingsresultaat 2025-2028 5.236 41 -2.123 -1.840 -2.402

Vermogenspositie

Terug naar navigatie - Vermogenspositie

In de geprognotiseerde balans is rekening gehouden met de veranderingen in het vermogen. Dit zijn met name de gevolgen van de investeringen in de vaste activa en het aantrekken van vreemd vermogen.   

Prognose balans Rekening 2023 Prognose 2024 Prognose 2025 Prognose 2026 Prognose 2027 Prognose 2028
Vaste activa 109.509 130.673 138.612 154.573 191.824 204.291
Vlottende activa 78.647 72.700 63.163 50.108 34.723 32.425
Totaal 188.157 203.373 201.775 204.681 226.547 236.716
Eigen vermogen 110.919 98.136 100.539 96.874 90.803 85.648
Voorzieningen 36.205 39.287 39.889 41.348 43.407 44.424
Langlopende passiva 12.706 10.724 8.743 16.693 43.074 60.116
Vlottende passiva 28.327 55.226 52.604 49.766 49.263 46.528
Totaal 188.157 203.373 201.775 204.681 226.547 236.716
Terug naar navigatie - Deel 2

De toename van het balanstotaal en de verschuiving naar meer vreemd vermogen maakt dat onze financiële positie verandert. Op dit moment vallen we binnen categorie A (minste risico). Deze positie meten we met een aantal financiële kengetallen. Onder andere de solvabiliteit neemt richting 2028 af van 50% in 2025 naar 36% in 2028. Ook de netto schuldquote verandert van 2% naar 48%. Beide kengetallen zorgen ervoor dat we langzaam opschuiven in ons risicoprofiel naar categorie B (gemiddeld risico). In de paragraaf weerstandsvermogen wordt meer duiding gegeven over de risico’s en ontwikkeling van de financiële kengetallen.

Onze aanpak

Een basis van beleid en regelgeving

Terug naar navigatie - Een basis van beleid en regelgeving

De gemeenteraad stelt elk jaar de begroting vast. Daarin staat een uitwerking van de beleidsuitgangspunten en de middelen die nodig zijn voor de uitvoering hiervan. Na afloop van het begrotingsjaar wordt er in de jaarstukken door het college verantwoording afgelegd over het jaar. 

Deze Programmabegroting 2025 is opgesteld in overeenstemming met de eisen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de eisen zoals de Financiële verordening van de gemeente Dronten deze stelt. De begroting bestaat uit de volgende delen:

  1. Aanbiedingsbrief;
  2. Beleidsbegroting, bestaande uit:
    • Programmaplan inclusief verplichte beleidsindicatoren met peildatum 04-09-2024;
    • Paragrafen;
  3. Financiële begroting, bestaande uit:
    • Overzicht van baten en lasten inclusief toelichting;
    • Financiële positie inclusief toelichting;

Programmaplan

Terug naar navigatie - Programmaplan

In de Programmabegroting wordt gewerkt met een programmaplan. In het programmaplan wordt een samenvatting van het vastgestelde beleid gegeven. Hierin wordt benoemd wat met het beleid moet worden bereikt. In het kader van Effect Gericht Sturen wordt hier idealiter benoemd welke maatschappelijk effecten worden nagestreefd. Voor het eerst zijn SMART beleidsdoelstellingen opgenomen. De komende jaren zullen meer beleidsdoelstellingen SMART hieraan worden toegevoegd en kunnen bestaande SMART beleidsdoelstellingen aangescherpt worden. 

Er wordt gewerkt met de programma- en pakkettenindeling. Enkele pakketten zijn onderverdeeld over twee programma’s. Een inhoudelijke toelichting is dan weergegeven in het programma waar het overgrote deel van de taken uit het pakket is ondergebracht. In het andere programma is een verwijzing opgenomen.

In het programmaplan worden bijzonderheden nader toegelicht. Er wordt nadrukkelijk gekozen om alleen die zaken te vermelden die van belang zijn om de veranderingen van het beleid te kunnen volgen. Over de bestaande beleidslijnen wordt beperkt geschreven. 

Het programmaplan toont met welke financiële middelen gerekend is om het beleid uit te voeren. Hierbij is aandacht voor zowel de lasten als baten. In de lasten is rekening gehouden met de impact van de investeringen. Een compleet beeld van de investeringen is opgenomen in de investeringsagenda. De investeringsagenda toont alle investeringen voor de periode van 2024 tot en met 2028. Wij tonen hier voor de volledigheid ook de investeringen van 2024, omdat de impact van deze investeringen in 2025 zijn opgenomen. De investeringsagenda heeft ten opzichte van de vorige begrotingen een prominenter karakter gekregen in de Programmabegroting. 

In het programmaplan worden ook de beleidsindicatoren getoond. De beleidsindicatoren zijn op diverse onderdelen aangevuld met streefwaarden. Ook is op sommige onderdelen de presentatie van de beleidsindicatoren visueel versterkt. 

Paragrafen

Terug naar navigatie - Paragrafen

In de paragrafen zijn de beleidslijnen vastgelegd met betrekking tot beheersmatige aspecten en de lokale heffingen. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen met een groot financieel of maatschappelijk belang, die versnipperd in de begroting staan, te bundelen in een overzicht die meer inzicht geeft. De extra informatie kan daarnaast gebruikt worden voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn. 
Door vaststelling van de paragrafen worden de beleidsuitgangspunten, die ten grondslag liggen aan de beheersmatige activiteiten, door u vastgesteld.

Getal notitie

Terug naar navigatie - Getal notitie

In alle tabellen is de onderstaande notatie gehanteerd:

  • Een positief saldo (overschot) is een plus.
  • Een negatief saldo (tekort) is een min.
  • Voordelen door lagere uitgaven of hogere inkomsten worden positief genoteerd.
  • Nadelen door hogere uitgaven of lagere inkomsten worden negatief genoteerd.

Alle bedragen worden in duizendtallen weergegeven, tenzij anders is aangegeven. Door deze weergave kan het voorkomen dat totalen een (minimale) afwijking laten zien.