Gemeentefonds
De onzekerheid in het gemeentefonds is nog aanwezig. Het huidige demissionaire kabinet heeft veranderingen in gang gezet voor het gemeentefonds met een nieuwe financieringssystematiek op basis van het bruto binnenlands product (bbp). Invoering zou vanaf 2026 plaatsvinden, maar zoals in de Voorjaarsnota is opgenomen, moet het al vanaf 2024 ingevoerd worden. Het vervroegd invoeren gaat gepaard met minder inkomsten voor het gemeentefonds. De gevolgen zijn in 2024 voor rekening van het Rijk, maar voor 2025 wordt eenmalig het gemeentefonds verlaagd met totaal 675 miljoen. Dit zal naar verwachting ongeveer 1,4 miljoen zijn voor Dronten. De Raad voor het openbaar bestuur stelt dat er onbalans is ontstaan tussen het Rijk, provinciën en gemeenten en dat de taken, verantwoordelijkheden en bekostiging slecht op elkaar aansluiten. Het Rijk erkent dat de taken van provinciën en gemeenten vanuit het Rijk en de middelen (verder) uit balans raken, maar stelt dat dit niet door de nieuwe systematiek komt. De VNG is aan het onderzoeken waar mogelijk taken teruggegeven kunnen worden aan het Rijk als er geen juiste balans en voldoende compensatie in middelen zal komen.
Vanaf 2015 is er sprake van een groeiende opschalingskorting in het gemeentefonds. De (gedwongen) intentie van het Rijk was dat gemeenten zouden fuseren tot 100.000+ gemeenten om schaalvoordelen te verkrijgen en kosten te besparen. De schaalvergroting van gemeenten heeft niet plaatsgevonden zoals was beoogd, maar de korting op het gemeentefonds is nog wel steeds van kracht. De afgelopen jaren is de opschalingskorting in het gemeentefonds steeds incidenteel bevroren. Het demissionaire kabinet heeft in samenspraak met de koepels van de medeoverheden besloten om de oploop van de opschalingskorting te schrappen vanaf 2026.
Voor gemeente Dronten betekent dit afgerond 1,4 miljoen structurele baten. Tot slot wordt in het gemeentefonds gekeken naar de bijdrage voor Wmo. Onderzocht wordt of de Wmo, of een deel ervan, niet meer uitgekeerd wordt met de algemene uitkering, maar met een aparte financiering. Vooruitlopend hierop worden aanvullende middelen beschikbaar gesteld boven op de nieuwe bbp-systematiek. Het is nog onduidelijk wat dit betekent voor gemeente Dronten, maar het zal onderdeel zijn van de circulaires.
De Voorjaarsnota is op het moment van schrijven niet definitief en het formeren van een nieuw kabinet is nog gaande. Onduidelijk is het effect van de verkiezingsuitslag op de omvang van het gemeentefonds en gemeentefinanciën in brede zin. De Meicirculaire zal een deel van de onduidelijkheid wegnemen. Op basis van de Voorjaarsnota zal na vaststelling het probleem van het ravijnjaar kleiner worden, maar niet verdwijnen.
De VNG zal na de Meicirculaire een standpunt innemen en afstemmen met de toezichthouders (provincie Flevoland voor ons). Hierna zal een begrotingsadvies door het VNG worden opgesteld hoe om te gaan met het ravijnjaar en de consequenties van de nieuwe financieringssystematiek van het gemeentefonds.
Indexaties
Op basis van diverse berichtgevingen wordt verwacht dat de inflatie in 2025 zal afnemen. Ook de cijfers vanuit het Centraal Planbureau voorspellen deze trend in het Centraal Economisch Plan (CEP). De prijsindexatie zoals we die in Dronten hanteren, is een combinatie van inflatie op basis van de kerncijfers “Prijs bruto binnenlands product’’ en “Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers”. Beiden wordt voor de helft meegenomen bij het bepalen van de indexatie. Hierbij wordt, om grote schommelingen te voorkomen, de twee voorgaande jaren betrokken. Doordat er twee jaar teruggekeken wordt, worden de werkelijke (bijgestelde) cijfers meegenomen. Op basis hiervan is de indexatie voor 2025 6,5%. Deze indexatie gaat tegen de verwachte trend in voor 2025, maar komt dus door het rekening houden met de voorgaande jaren. Omgekeerd is dan ook het geval in een periode van lage inflatie. Met een verwachte stijging zal de indexatie ook minder hard stijgen op basis van de systematiek.
De indexatie van 6,5% wordt gebruikt als basis om de nieuwe tarieven (zoals de OZB, afval- en rioolheffing) van de gemeente te bepalen. De indexatie wordt onder andere gebruikt om algemene loon- en prijsstijgingen op te vangen. Om die reden is deze neutraal doorgevoerd. Afhankelijk van de compensatie die wij in de Meicirculaire ontvangen, wordt duidelijk wat de mogelijke impact op de begroting gaat zijn.
Indexatie personeelslasten
De indexatie op personeelslasten is losgelaten bij Programmabegroting 2023, omdat de personeelsbegroting toen is opgesteld op basis van eindeschaal systematiek. In de Programmabegroting 2024 is geen rekening gehouden met de financiële consequenties van een mogelijke nieuwe cao in verband met de onzekerheid op basis van de onderhandelingen. De huidige cao is halverwege december 2023 vastgesteld, na vaststelling van de Programmabegroting 2024, waardoor de hogere salarislasten niet zijn aangepast. Deze lasten zijn alsnog opgenomen in de eerste financiële tussenrapportage.
De huidige cao loopt tot 31 maart 2025. Op basis van de afgelopen jaren en voorspelling vanuit het Centraal Planbureau (CBP) in het Centraal Economisch Plan (CEP), wordt verwacht dat er weer een cao met indexatie wordt vastgesteld. Hierbij wordt voorgesteld om een nieuwe indexeringssystematiek toe te passen op basis van het CEP van het CBP. Als basis wordt het kerncijfer “Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers” gehanteerd. Dit kerncijfer geeft de gemiddelde structurele stijging van lonen en salarissen van de collectieve sector (alle lagen van overheden, waterschappen en instellingen voor sociale zekerheid) weer. De incidentele stijging wordt niet begroot, omdat dit vanuit de systematiek van de begroting op het einde van de schaal bekostigd moet worden. Omdat nu gestart wordt met een nieuwe systematiek, wordt niet teruggekeken naar de voorgaande jaren. De indexatie wordt hiermee overgenomen vanuit het CEP jaarschijf 2025 en is 4,4%.
Naast verhoging van de lasten worden gemeenten voor een (groot) deel gecompenseerd door het Rijk met de circulaires. Het is geen volledige structurele compensatie. Om de lasten op te vangen, wordt op basis van de indexatie op belastingen en leges het verschil geheven. Bij de circulaires is pas duidelijk hoeveel er daadwerkelijk wordt gecompenseerd door het Rijk. De Meicirculaire is geen onderdeel van de Perspectiefnota in verband met de timing, maar wel onderdeel van de begroting. Deze baten worden dus bij de Programmabegroting opgenomen.
Personeelslasten
Het afgelopen jaar is hard gewerkt om de grip op de personeelslasten te verbeteren, zodat we beter sturing kunnen geven aan de organisatie. Dit was mede noodzakelijk in onze aanpak richting robuuste financiën. De uitkomst is dat het de verschillen zichtbaar maakt tussen de oude vertaling naar de begroting en de nieuwe vertaling die recht doet aan de werkelijke situatie in Dronten. Deze verschillen trekken we richting de begroting van 2025 recht om te zorgen dat we de doelen en taken van Dronten duurzaam kunnen blijven uitvoeren. We zien nu dat de aanpassing naar de werkelijkheid een correctie vraagt van incidenteel in 2025 1,2 miljoen en rond de 4,7 miljoen structureel.
Vooruitlopend op de Programmabegroting 2026-2029 heeft het college de organisatie de opdracht gegeven na verwerking van deze aanpassingen in de personeelslasten in te zetten op een formatiestop voor de bestaande taken en verantwoordelijkheden. Hiermee borgen we enerzijds de grip op de personeelslasten en zetten we anderzijds in op het voorbereiden op de uitdagingen bij de Programmabegroting 2026-2029. Ook vragen we de organisatie verstandig om te gaan met eventuele bezettingsruimte die kan ontstaan, met name bij het overgaan tot de inzet van inhuur. Inhuur is een relatief duur middel om werk gedaan te krijgen. Door hier bewuste keuzes in te maken, kan worden bijgedragen om binnen de incidentele kaderstelling van 2,5 miljoen van het begrotingssaldo te blijven.
Maatschappelijke investeringen
De gewenste investeringen vanuit het SVP zullen in de komende jaren een toenemende kapitaalbehoefte met zich gaan meebrengen. Met andere woorden, we zullen geld moeten gaan lenen. Ondanks dat de besluitvorming per investeringsobject nog apart zal plaatsvinden, willen we in de begroting wel rekening houden met de toenemende lastendruk door jaarlijks vanaf 2026 extra rentelasten toe te voegen. Elke 500k aan rentelasten staat gelijk aan ongeveer 12,5 miljoen extra investeringscapaciteit. Er is dan rekening gehouden met een rentepercentage van 4%. Wanneer meer helderheid is in een investering en de doorlooptijd van het project, kan deze inschatting verder worden aangescherpt. Ook na 2028 dient rekening gehouden te worden met het doorgroeien van deze rentelasten. De totaal investeringsopgaaf voor de komende 5 tot 10 jaar is groter dan 100 miljoen. Afhankelijk van de rente ontwikkeling en de timing van de investeringen, wordt het financiële beeld de komende jaren hier steeds meer door bepaald.
Aanbestedingsontwikkelingen
Op dit moment lopen diverse aanbestedingen, waarbij nu al duidelijk is dat deze impact gaan hebben op de begroting. We hebben de bekende prijsstijgingen van twee specifieke aanbestedingen in de tabel. De prijsdruk is een belangrijke reden van de verwachte stijging van de lasten van deze aanbestedingen en volgende aanbestedingen.
Toenemende takenpakket OFGV
De Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek (OFGV) is voor ons een belangrijke verbonden partij op het gebied van de milieutaken. Zij voeren diverse werkzaamheden uit en mede door de invoering van de omgevingswet komen daar nu meer taken en werkzaamheden bij. OFGV zet tevens in op het verbeteren van de kwaliteit van deze taken en werkzaamheden. De miljoenen die OFGV daarvoor nodig heeft, komen deels voor onze rekening. We houden rekening met een groei van ongeveer 0,3 miljoen. Dit bedrag is afhankelijk van de zienswijzeprocedure.
Nieuw beleid Sociaal domein
We bereiden ons voor op een nieuwe beleidsperiode in het sociaal domein (2025-2028). Daarin zetten we samen met uw als raad, maatschappelijke partners en inwoners een beweging in gang, met als streven de brede welvaart in de gemeente Dronten te vergroten en zo onze gemeente een beetje mooier te maken. Dat vraagt vertrouwen en ook lef, van ons allemaal. Het proces dat we samen ingaan, kost tijd. We willen die tijd ook nemen om uw raad in staat te stellen zorgvuldig de effecten te bepalen, daarin te prioriteren en vast te stellen welk budget daarvoor beschikbaar is. Om die reden is deze nu als pro memorie in de Perspectiefnota opgenomen. Hierbij gaan we ervan uit dat 2025 een overgangsjaar zal zijn (in financiële zin afbouw en opbouw incidentele en structurele verplichtingen) en vanaf 2026 de structurele gevolgen van de keuzes in de begroting worden verwerkt.
Dronten 2050
We hebben vorig jaar een historisch besluit genomen met betrekking tot onze groeiambitie. In navolging van dit besluit zetten we vervolgstappen om hier een passend vervolg aan te geven. We houden vooralsnog rekening met 1,4 miljoen aan incidentele lasten vanaf 2025. Hiermee wordt duidelijk dat het een opgaaf is die er niet zomaar bij gedaan kan worden. Met deze 1,4 miljoen zijn in eerste instantie enkel de (personele) projectkosten afgedekt voor de komende jaren. In de komende P&C documenten wordt Dronten 2050 standaard toegelicht, zodat iedereen meegenomen kan worden op de voortgang van dit project en de mogelijke gevolgen voor de gemeentefinanciën.
Kaderstellende opdracht begrotingssaldo 2025
We zijn een financieel gezonde gemeente en we willen dat blijven. Het financiële beeld voor onze gemeente verandert, dat maken we middels deze Perspectiefnota duidelijk. We hebben een financiële positie waardoor we hier met geduld en bedachtzaamheid richting de toekomst naar kunnen handelen. Voltrekt het ravijnjaar zich, dan is het begrijpelijk dat er passende maatregelen worden genomen, die meer inhouden dan het toepassen van de bekende kaasschaafmethode.
In de Programmabegroting 2025 zal het college voor het jaar 2025 een structureel sluitende begroting presenteren. We stellen voor maximaal 2,5 miljoen incidenteel beschikbaar te stellen voor 2025. Met deze kaderstellende opdracht kan de organisatie richting 2026 de huidige ontwikkelingen voortzetten, en houden we ook de financiële positie op een gezond niveau.
Voor de jaren 2026 tot en met 2028 laten we de structurele tekorten zien zoals weergegeven in het financieel perspectief. Hiermee hebben we gehoor gegeven aan de oproep van de VNG tot ‘ravijn-maximalisatie’, om het effect van het voorgenomen rijksbeleid goed zichtbaar te krijgen en te houden. In de Perspectiefnota 2026 gaan we op basis van Effect Gericht Sturen en SMART begroten structurele oplossingen voorstellen om te zorgen dat de Programmabegroting 2026 structureel sluitend wordt. Daarin zullen de ontwikkelingen in het gemeentefonds een belangrijk financieel kader vormen. Het college zet zich daarom nu in om een goed fundament hiervoor te bouwen en ervoor te zorgen dat de zaken die reeds in gang zijn gezet binnen de spankracht van de organisatie kunnen worden uitgevoerd.