Financiële hoofdlijnen

Structureel begrotingsresultaat

Terug naar navigatie - Financiële hoofdlijnen - Structureel begrotingsresultaat

Financieel is het beleid gericht op een meerjarig structureel sluitend begrotingsresultaat. Dat is het saldo van onze jaarlijks terugkomende structurele inkomsten en uitgaven. Het is verplicht dit in de tussenrapportage zichtbaar te maken. In onderstaande tabel presenteren we het aangepaste meerjarige begrotingsresultaat op basis van de huidige doorgevoerde wijzigingen. 

Financieel perspectief 2025-2028 (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Stand na tussenrapportage 3 (2024) (structureel) 772 -1.450 -1.269 -2.047
Stand na tussenrapportage 3 (2024) (incidenteel) -3.010 -1.869 -2.118 58
Begrotingssaldo na tussenrapportage 3 (2024) -2.238 -3.319 -3.387 -1.990
Totaal wijzigingen reeds besloten -672 -28 -28 -28
Totaal overige wijzigingen tussenrapportage 1 -651 156 208 344
Subtotaal wijzigingen tussenrapportage 1 (2025) -1.323 128 180 316
Begrotingssaldo na tussenrapportage 1 (2025) -3.561 -3.191 -3.207 -1.673
Waarvan structureel 964 -1.321 -1.089 -1.731
Waarvan incidenteel -4.525 -1.870 -2.118 58
Begrotingssaldo na tussenrapportage 1 (2025) -3.561 -3.191 -3.207 -1.673

Voor 2025 start de tabel vanuit het begrotingssaldo van -€ 2.238.000 van de derde financiële tussenrapportage 2024. De wijzigingen reeds besloten hebben met name een incidenteel karakter, waardoor deze vooral impact heeft op het saldo van 2025. De overige wijzigingen in deze 1e tussenrapportage zijn -€ 651.000, die hierna worden toegelicht. Na deze wijzigingen is het begrotingssaldo voor 2025 -€ 3.561.000, waarvan het structurele saldo € 964.000 positief is. 

Het totaal van de wijzigingen van deze tussenrapportage is -€ 1.323.000 voor 2025. Voor een compleet overzicht van de wijzigingen voor 2025 verwijzen we naar bijlage 3. 

Overige wijzigingen tussenrapportage 1
Van het saldo van -€ 651.000 van de overige wijzigingen worden een aantal wijzigingen in het bijzonder toegelicht voor een gezamenlijke waarde van -€ 628.000. Hiermee is de grootste impact op het begrotingssaldo toegelicht. Dit betreft de volgende wijzigingen:

Wijziging begrotingssaldo Lasten Baten
1) Bijstelling Decembercirculaire 2024 200
2) OZB niet-woningen 2025 161
3) Bijstelling noodopvang Biddinghuizen 401 -1.245
4) Bijstelling gemeentefonds VRF -78
5) Ophoging inwonersbijdrage GGD -67
Totaal 256 -884
Per saldo toegelicht -628
Saldo niet gespecificeerd -23
Totaal wijzigingen begrotingssaldo -651

1) Decembercirculaire 2024
De Decembercirculaire is de derde jaarlijkse circulaire die het Rijk opstelt om de mutaties van het gemeentefonds kenbaar te maken. De effecten zijn veelal van incidentele aard en hebben meestal betrekking op het jaar zelf. In de Decembercirculaire 2024 zijn zowel mutaties van het huidige jaar als voor de komende jaren opgenomen. De effecten over 2024 worden toegelicht in de jaarstukken. Hieronder wordt ingegaan op de effecten die vanaf 2025 van toepassing zijn.

Correctie accres revisie CBS
Bij de Miljoenennota 2025 (Septembercirculaire) zijn de ramingen (2025 en verder) voor bbp-volume en bbp-prijs aangepast op basis van de macro-economische cijfers van het CPB. Afgelopen zomer heeft het CBS een revisie van het bbp gepubliceerd. Het Rijk heeft bij de accresberekening 2025-2029 de CBS-revisie van afgelopen zomer per abuis niet meegenomen. De indexatie van het gemeentefonds had ca. 0,1% hoger moeten liggen en dit is nu verwerkt bij de Decembercirculaire. Dit betekent een structureel voordeel oplopend van € 133.000 tot € 438.000 in 2028.

Uitkeringsfactor verdeelreserve 2025
De uitkeringsfactor is een rekenmethodiek om te bepalen welk deel van het gemeentefonds toekomt aan de individuele gemeenten. De uitkeringsfactor wordt per circulaire opnieuw berekend. Om schommelingen te voorkomen in o.a. volume mutaties worden middelen door het Rijk gereserveerd in een verdeelreserve. De verdeelreserve wordt aangewend om de schommelingen op te vangen totdat de definitieve uitkering van enig uitkeringsjaar is vastgesteld. Dit duurt een aantal jaar. Dit levert nu een voordeel op van € 67.000 in 2025.  

De totale impact op het begrotingssaldo is in onderstaande tabel weergegeven.

Effecten Decembercirculaire 2024 (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Structurele mutaties 133 196 329 438
Incidentele mutaties 67 - - -
Totaal mutaties 200 196 329 438

Omschrijving (toelichting)

2) Onroerende-zaakbelasting niet-woningen
Zoals aangegeven in de 3e Financiële tussenrapportage 2024 hebben we een positieve bijstelling van € 161.000 kunnen verwerken voor de onroerende-zaakbelasting (OZB) van niet-woningen in 2025. Voor 2026 wordt deze gekort vanuit het gemeentefonds en levert dit netto nog ongeveer € 50.000 op.  

Voor de gemeentelijke inkomsten is berekend in welke mate de OZB inkomsten van niet-woningen zich hebben ontwikkeld over de afgelopen jaren. In totaal zijn de netto baten van 1,2 miljoen (2021) naar ongeveer 2,3 miljoen (2025) gegroeid. In deze groei van 1,1 miljoen zit ook de indexatie van de OZB-belasting. Naar schatting is de impact van de indexatie ongeveer 0,3 miljoen, wat betekent dat de groei van niet-woningen 0,8 miljoen heeft opgeleverd. Het structurele begrotingssaldo is tussen de 0,5 en 0,6 miljoen verbeterd door de oplevering van de windmolenparken. 

3) Noodopvang Biddinghuizen
Het Rijk heeft de normvergoeding voor de opvang van Oekraïense ontheemden eind 2024 fors neerwaarts bijgesteld. Dit leidt tot een geraamde daling van de inkomsten. Per saldo neemt het begrotingssaldo met € 844.000 af. Dit is de grootste reden waarom het begrotingssaldo van 2025 afneemt.

4) Correctie Veiligheidsregio Flevoland
Voor de veiligheidsregio Flevoland was in de lastenberekening een bijdrage vanuit het gemeentefonds dubbel meegenomen. Hierdoor waren de lasten te laag begroot. Dit is hiermee gecorrigeerd. 

5) Inwonersbijdrage GGD
De GGD Flevoland heeft eind 2024 gewerkt naar een sluitende begroting 2025. Hiervoor heeft het bestuur van GGD Flevoland besloten om voor 2025 incidenteel de inwonersbijdrage te verhogen.

Meerjarig perspectief 2025-2027
Met de structurele correcties wordt het meerjarig structureel perspectief aangepast. Niet iedere structurele correctie staat er voor ieder jaar voor hetzelfde bedrag in. Om een goed beeld te tonen hoe het meerjarig perspectief is gewijzigd, wordt onderstaande tabel getoond: 

Excel-tabel

Meerjarige effecten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Decembercirculaire 2024 133 196 329 438
Gemeentefonds inkomsten (OZB-korting) - -113 -113 -113
Veiligheidsregio Flevoland -78 -95 -111 -111
Zwembad de Abelen - - -66 -66
Overig 137 141 141 168
Totaal mutaties 192 129 180 316

Omschrijving (toelichting)

Met de verwerking van de Decembercirculaire 2024, de aanpassing van de OZB inkomsten vanaf 2026 en de correctie voor de Veiligheidsregio Flevoland is het meerjarig perspectief aangepast. Ook het raadsbesluit betreffende het zwembad de Abelen heeft vanaf 2027 impact op het meerjarig perspectief.

Post onvoorzien
Het college is zelfstandig bevoegd om onvoorziene incidentele uitgaven te doen ten laste van de stelpost éénmalig onvoorzien. De stelpost is tot op heden niet benut. In de onderstaande tabel is het overzicht weergegeven van de stelpost éénmalig onvoorzien.

Excel-tabel

Eénmalig onvoorzien (x € 1.000) Kenmerk besluitstuk Bedrag
Stand post éénmalig onvoorzien 2025 Programmabegroting 84
Geen -
Stand post éénmalig onvoorzien na tussenrapportage 1 84

In de begroting 2025 is de investeringsagenda van 2025 opgenomen. Hierin staan alle begrote investeringen voor de periode 2024-2028. Het jaar 2024 is daarin bewust meegenomen, omdat de investeringen van 2024 juist voor kapitaallasten in de begroting van 2025 zorgen. Met het afsluiten van 2024 kan de balans opgemaakt worden voor het jaar 2024. Daarvoor stelt uw raad bij de jaarrekening van 2024 eventuele kredietoverhevelingen vast. Ook staat daarmee vast wat de werkelijke investeringen van 2024 zijn. Die zullen niet allemaal overeenkomen met waar mee in de begroting van 2025 is gerekend. Deze financiële consequenties zullen verwerkt moeten worden om in aanloop naar de begroting 2026 en de investeringsagenda 2026 met een actuele investeringsagenda te kunnen starten. Om die reden wordt bij de 2e Financiële tussenrapportage hier in het bijzonder aandacht aan besteed. Met deze werkwijze wordt de grip op de financiën vergroot en wordt tijdig de begroting geactualiseerd.

De volgende financiële correcties zullen daarom in de 2e Financiële tussenrapportage een plaats krijgen:

  • De kredietoverhevelingen van 2024 worden verwerkt. De bijhorende kapitaallasten voor 2025 schuiven (minimaal) 1 jaar op.
  • Op basis van de werkelijke investeringen in 2024 worden de kapitaallasten voor 2025 en verder geactualiseerd. De investeringen die niet in 2024 hebben plaatsgevonden en ook niet zijn overgeheveld, worden daarmee ook uit de kapitaallasten gehaald.
  • Er vindt een update plaats op de verwachte opleverdata van alle opgenomen investeringen. Voor eventuele verschuivingen in de jaren worden de kapitaallasten geactualiseerd. Onze richtlijn stelt dat enkel structurele wijzigingen in het begrotingsjaar 2025 in de tussenrapportage worden meegenomen. Wanneer een investering van 2026 naar 2027 verschuift, heeft dit geen impact op het begrotingsjaar 2025. Toch kiezen we er dan voor om ook deze (structurele) wijzigingen op te nemen. Dit maakt de investeringsagenda weer actueel en de bijhorende begroting realistisch.
  • Eventuele ophogingen van investeringskredieten voor investeringen in 2025 worden ter besluitvorming opgenomen.
  • Eventuele investeringskredieten die niet meer noodzakelijk worden geacht, kunnen worden teruggegeven en de kapitaallasten worden daarbij gecorrigeerd.