Financiële hoofdlijnen

Financieel is het beleid gericht op een meerjarig structureel sluitend begrotingsresultaat. Dat is het saldo van onze jaarlijks terugkomende structurele inkomsten en uitgaven. Het is verplicht dit in de tussenrapportage zichtbaar te maken. In onderstaande tabel presenteren we het aangepaste meerjarige begrotingsresultaat op basis van de huidige doorgevoerde wijzigingen. 

Financieel perspectief 2024-2027 (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Stand na begroting 2025 (structureel) 5.236 41 -2.123 -1.840
Stand na begroting 2025 (incidenteel) -1.467 -2.506 -2.749 -2.118
Begrotingssaldo na begroting 2025 3.769 -2.465 -4.873 -3.958
Septembercirculaire 2024 (structureel) 472 386 329 227
Septembercirculaire 2024 (incidenteel) 601 217 131 0
Totaal wijzigingen reeds besloten -35 -735 750 0
Totaal overige wijzigingen tussenrapportage 3 4.341 359 345 344
Subtotaal wijzigingen tussenrapportage 3 5.379 227 1.554 571
Begrotingssaldo na tussenrapportage 3 9.148 -2.238 -3.319 -3.387
Waarvan Structureel 6.791 772 -1.450 -1.269
Waarvan Incidenteel 2.357 -3.010 -1.869 -2.118
Begrotingssaldo na tussenrapportage 3 9.148 -2.238 -3.319 -3.387

Omschrijving (toelichting)

Voor 2024 start de tabel vanuit het begrotingssaldo van € 3.769.000 van de tweede financiële tussenrapportage 2024. De impact van de Septembercirculaire 2024 is structureel € 472.000 en incidenteel € 601.000. Per saldo hebben de achterliggende besluiten van de raad beperkte impact op het begrotingssaldo. De overige wijzigingen in deze 3e tussenrapportage zijn € 4.341.000, die hierna worden toegelicht. Na deze wijzigingen is het begrotingssaldo voor 2024 € 9.148.000, waarvan het structurele saldo € 6.791.000 is.

Het totaal van de wijzigingen van deze tussenrapportage is € 5.379.000 voor 2024. Voor een compleet overzicht van de wijzigingen voor 2024 verwijzen we naar bijlage 3. De jaren 2025–2027 starten in bovenstaande tabel bij de stand van de begroting 2025. De Septemberwijziging en het grootste gedeelte van de overige wijzigingen worden toegelicht.

Septembercirculaire

Terug naar navigatie - Septembercirculaire

De effecten van de Septembercirculaire zijn op hoofdlijnen met de raad gedeeld in de raadsinformatiebrief “Effecten Septembercirculaire 2024 op het financieel perspectief Programmabegroting 2025” (673433). In deze brief wordt ingegaan op de situatie 2025 tot en met 2028. Hieronder wordt met name ingegaan op de mutaties die voor 2024 van toepassing zijn.

Afrekening ruimte onder BCF-plafond
Jaarlijks wordt door het Rijk begroot op basis van verwachting, indexatie en hoeveel gebruik wordt gemaakt van het btw-compensatie fonds (BCF). Bij de Septembercirculaire wordt een voorschot uitbetaald voor de verwachte onbenutte ruimte van het BCF. De definitieve afrekening gebeurt jaarlijks achteraf bij de Meicirculaire. Gemeente Dronten ontvangt als voorschot afgerond € 979.000. Als prognose hadden we reeds rekening gehouden met € 600.000 in de begroting, waardoor er in de Septembercirculaire een aanvullend niet begroot voordeel aanwezig is van € 379.000.

Aanpassing maatstaven
Diverse maatstaven zijn aangepast in de Septembercirculaire ten opzichte van de Meicirculaire. Dit betreft informatie aangeleverd door diverse bronnen aan het Rijk. Voorbeeld maatstaven zijn aantal inwoners, één/meerpersoonshuishoudens, inwoners naar leeftijd, opleidingsniveau en armoede. Tegelijk met het aanpassen van de maatstaven wordt de uitkeringsbasis van het gemeentefonds herrekend. De mutaties op de maatstaven en de herrekening van de uitkeringsbasis van het gemeentefonds hebben als effect dat gemeente Dronten in 2024 aanvullend € 1.115.000 ontvangt en vanaf 2025 aanvullend € 770.000, afnemend tot € 673.000 in 2028. 

Faciliteitenbesluit
Jaarlijks wordt door het COA de uitkering verstrekt voor de permanente plekken die de gemeente heeft voor het opvangen van asielzoekers. Deze uitkering wordt jaarlijks bekendgemaakt met de Septembercirculaire. Voor 2024 wordt afgerond € 219.000 ontvangen.

Wet betaalbare huur
Het Rijk stelt middelen beschikbaar als financiële ondersteuning voor de nieuwe wet betaalbare verhuur (aanpassing van Wet goed verhuurderschap). Gemeenten krijgen de bevoegdheid om toezicht houden en handhavend op te treden bij onder andere maximale huurprijzen, maximale huurverhoging en de wettelijke informatieplicht. Het gaat om structurele middelen aflopend van € 26.000 naar € 12.000 in 2028.

WOZ-waarde mutaties
Bij de circulaires wordt rekening gehouden met actuele gegevens, waaronder de totale WOZ-waarde en aantal WOZ objecten (uitgesplitst naar categorie). Externe bronnen, waaronder het CBS, leveren de gegevens aan. Op basis van deze gegevens wordt herrekend wat een gemeente aan inkomsten heeft ten aanzien van de OZB. Het Rijk past een korting toe op de uitkering vanuit het gemeentefonds. Deze korting is een bepaald percentage op de OZB inkomsten van een gemeente. De mutaties op de WOZ-waarden is totaal - € 598.000 in 2024 en vanaf 2025 - € 311.000, oplopend naar
- € 322.000 in 2028.

De totale impact op het begrotingssaldo is in onderstaande tabel weergegeven.

Effecten Septembercirculaire 2024 (x € 1.000) 2024 2025 2026 2027 2028
Structurele mutaties 472 386 329 227 72
Incidentele mutaties 601 217 131 0 0
Totaal mutaties 1.074 604 460 227 72

Overige wijzigingen

Terug naar navigatie - Overige wijzigingen

Van het saldo van € 4.341.000 van de overige wijzigingen worden een aantal wijzigingen in het bijzonder toegelicht voor een gezamenlijke waarde van € 4.300.000. Hiermee is de grootste impact op het begrotingssaldo toegelicht. Dit betreft de volgende wijzigingen: 

Wijziging begrotingssaldo Lasten Baten
1) Bijstelling OZB niet-woningen 1.063
2) Teruggave vennootschapsbelasting inclusief verliesverrekening 2021 954
3) Rentebaten 2024 400
4) Bijstellen gemeentefondsinkomsten 2022 en 2023 444
5) Bijstellen bijstandsuitkeringen (incl. BUIG) 225 789
6) Compensatie door Rijk voor niet beoogde jeugdzorgkosten (NBJ) 2022 - 2023 542
7) Restant boekwaarde Noordhoren (gesloopt) -101
8) Bijstelling noodopvang Biddinghuizen -64 -32
9) Bijstelling financieel ontzorgen statushouders 80
Totaal 1.094 3.206
Per saldo toegelicht 4.300
Saldo niet gespecificeerd 41
Totaal wijzigingen begrotingssaldo 4.341

Omschrijving (toelichting)

1) Onroerende-zaakbelasting niet-woningen
De bijstelling van de onroerende-zaakbelasting (OZB) van niet-woningen is € 1.063.000 voor 2024. Dit is een gevolg van de ingebruikname van windmolens die in 2023 en 2024 zijn opgeleverd en nu ook door het GBLT zijn getaxeerd. Hierbij moet vermeld worden dat de uitkering van het gemeentefonds vanaf volgend jaar hierdoor gekort zal worden voor ongeveer 70%. Deze korting schatten we daarom rond de € 800.000 in. Desalniettemin nemen hierdoor per saldo de structurele baten volgend jaar toe. Omdat de OZB belasting met 6,5% wordt geïndexeerd, zal dit ons volgend jaar ruim € 300.000 extra structurele ruimte opleveren.

Met het aanpassen van deze extra opbrengst constateren we dat de waarden van de windmolens onvoldoende zijn meegenomen in de prognoses van het GBLT. Voor 2025 zal hier nóg een positieve bijstelling voor volgen van naar schatting € 160.000, die na korting binnen het gemeentefonds vanaf 2026 per saldo € 50.000 meer oplevert. Deze wijziging volgt in de eerste financiële tussenrapportage van 2025.

We werken aan een financieel technische analyse van de begroting met als doel te komen tot een realistischer opbouw van de begroting in het kader van de structurele opgave zoals die in de huidige meerjarenraming is opgenomen(1). Onderdeel van deze analyse is onder meer de wijze waarop we de totaal (netto) baten prognosticeren in onze begroting vanuit de windparken. Over de ontwikkelingen van de OZB niet-woningen informeren we bij de eerste financiële tussenrapportage in 2025.

2) Vennootschapsbelasting
In de loop van 2024 heeft de Belastingdienst de aangiften vennootschapsbelasting over de jaren 2021 t/m 2023 afgewikkeld. 
Als gevolg van de negatieve fiscale winst over het jaar 2023 zijn de betaalde voorlopige aanslagen over dit jaar van € 645.000 terugontvangen. Over het jaar 2021 is vanwege verliesverrekening een teruggave ontvangen van € 309.000.
Vanwege bovenstaande is de post Vennootschapsbelasting € 954.000 positiever als begroot.

3) Rentebaten 2024
Op basis van de huidige liquiditeitsprognose zijn de te verwachten rentebaten met € 400.000 verhoogd. Dat maakt de totaal te ontvangen rente voor 2024 ruim € 2.200.000. Daarvan kan ruim € 800.000 toegekend worden door de aanwezige gelden voor de realisatie van de woningbouwopgave (Flexcity). Deze extra rentebaten kunnen gebruikt worden ter dekking van indexaties binnen de projecten van de woningbouwopgave.

4) Gemeentefondsinkomsten 2022 en 2023
Het Rijk stelt jaarlijks een beschikking op van de inkomsten uit het gemeentefonds. Deze beschikking wordt een aantal malen per jaar bijgesteld. De mutaties vanuit de circulaires worden hierin meegenomen, maar ook vinden er verrekeningen met de voorgaande jaren plaats. In 2024 zijn er tot 1 november voor een totaalbedrag van € 400.000 aan verrekeningen opgenomen. In dit geval betreft het een aanvullende bate uit de voorgaande jaren. In 2023 hebben we € 446.000 te weinig ontvangen en in 2022 - € 46.000 te veel ontvangen.

Op basis van de beschikking van oktober van het Rijk hebben we aanvullend recht op afgerond € 44.000 meer dan dat we voor 2024 begroot hebben. 
Hierdoor komt het totaal op € 444.000. Met deze derde financiële tussenrapportage trekken we het verschil tussen de beschikking van het Rijk en de opgestelde begroting 2024 recht.

5) Bijstandsuitkeringen
Voor de bijstandsuitkeringen (incl. BUIG) is een nieuwe berekening gemaakt voor 2024. Per saldo zullen we naar verwachting € 1.015.000 meer overhouden dan eerder begroot. Aan de inkomsten kant verwachten we € 789.000 meer te ontvangen. Aan de lastenkant verwachten we dat de Participatiewet ons € 225.000 minder zal kosten dit jaar. 

6) Compensatie niet beoogde jeugdzorgkosten
We hebben vanuit het Rijk een compensatie ontvangen voor de gemaakte jeugdlasten in de periode van 2022-2023 van € 542.000. De hogere jeugdlasten van 2023 van 3,1 miljoen, zoals vermeld in de jaarrekening van 2023, worden hiermee alsnog enigszins gedempt. 

7) Sloop Noordhoren
Het gebouw van de Noordhoren is gesloopt. Het gebouw had een restwaarde van € 101.000 en deze afboeking hadden we niet begroot. 

8) Noodopvang Biddinghuizen
In de 2e tussenrapportage zijn de baten en lasten van de noodopvang in Biddinghuizen positief bijgesteld, maar deze bijstelling is te ruim geweest. Dit wordt in deze tussenrapportage weer nagenoeg volledig teruggedraaid. Per saldo worden alle gemaakte lasten in 2024 volledig gedekt door het COA.

9) Bijstellen budget ontzorgen
Er worden minder statushouders gehuisvest dan vooraf aangenomen. Als gevolg hiervan wordt minder gebruik gemaakt van de dienst voor het ontzorgen van statushouders. Op basis hiervan is het budget bijgesteld.

(1): In de Programmabegroting 2025 hebben we het volgende opgenomen over de wijze hoe we omgaan met het structurele tekort. “We leggen de focus op een structureel en reëel sluitende meerjarenbegroting voor 2026 (…). Voor de jaarschijven van de meerjarenraming 2026 t/m 2028 is in deze begroting nog geen voorstel gedaan hoe dit sluitend gemaakt kan worden. Dit is de opgave voor Programmabegroting 2026.” (pag. 18 Programmabegroting 2025). En in lijn hiermee ook in de Rib n.a.v. de septembercirculaire (zaaknummer 672977): “de inzet is erop gericht om in de perspectiefnota 2026-2029 de structurele tekorten verder terug te dringen zodat taken, ambities en middelen met elkaar in balans zijn.” 

Meerjarig perspectief 2025-2027

Terug naar navigatie - Meerjarig perspectief 2025-2027

Omschrijving (toelichting)

Door met name de Septembercirculaire 2024 en de aanpassing van de OZB inkomsten verandert ook het begrotingssaldo 2025-2027. Vanaf 2025 worden de gemeentefonds inkomsten gekort vanwege de stijging van de OZB inkomsten uit windparken. Voor 2025 verandert het structurele saldo naar € 772.000. Ook neemt het structureel tekort voor 2026 af naar € 1.450.000. Dit verandert echter niets in onze aanpak richting de Perspectiefnota 2026. Wat andermaal wordt aangetoond met de grote positieve veranderingen in deze tussenrapportage, is de behoefte aan een realistische begroting. Een begroting waarbij zowel de lasten als de baten op het goede niveau begroot zijn. Een mogelijk positief resultaat rond de 9 miljoen euro in 2024 moet namelijk in het juiste perspectief kunnen worden geplaatst ten opzichte van de jaren 2026 en verder. 

De overige wijzigingen hebben per saldo een beperkte impact en hebben met name te maken met de berging van het vliegtuigwrak in het van Veldhuizenbos.

Post onvoorzien

Terug naar navigatie - Post onvoorzien

Het college is zelfstandig bevoegd om onvoorziene incidentele uitgaven te doen ten laste van de stelpost éénmalig onvoorzien. De stelpost is na de tweede financiële tussenrapportage niet weer benut. Van de stelpost is dus tot op heden in 2024 éénmaal gebruik gemaakt. In de onderstaande tabel is het overzicht weergegeven van de stelpost éénmalig onvoorzien

Eénmalig onvoorzien (x € 1.000) Kenmerk besluitstuk Bedrag
Stand post éénmalig onvoorzien 2024 Programmabegroting 84
Tegemoetkoming straatnaamwijziging 482104 -3
Stand post éénmalig onvoorzien na Tussenrapportage 3 81

Investeringskredieten

Terug naar navigatie - Investeringskredieten

Omschrijving (toelichting)

De eerste en tweede tussenrapportage hebben zich gefocust op het bijstellen van de begroting. In deze derde tussenrapportage nemen we omwille van het waarborgen van de rechtmatigheid ook (het bijstellen van) twee investeringskredieten mee. 

1) Uitvoering Rehabilitatie Rietweg in 2024
De uitvoering van de rehabilitatie Rietweg staat in het beheerplan wegen 2021-2025 gepland om in 2022 uitgevoerd te worden. Dit is uitgesteld, omdat windplan Groen nog niet klaar was. Per abuis is dit in de Programmabegroting 2024 voor een bedrag van € 3.450.000 aangemerkt om uitgevoerd te worden in 2025, terwijl de bedoeling was om dit uit te voeren in 2024, zoals nu ook is gebeurd. Bij het opstellen van de begroting 2025 is reeds rekening gehouden met de financiële gevolgen (kapitaallasten) van deze investering in 2024.

2) Grafdelfkraan
De grafdelfkraan (Begrakraan (Object 22)) is opgevoerd in de Programmabegroting 2023 en ook in 2023 besteld voor een bedrag van € 121.000. Door leverproblemen is de grafdelfkraan pas in maart 2024 geleverd. In plaats van het krediet over te hevelen naar 2024, is het per abuis in de begroting van 2024 opgevoerd voor 2026. Bij het opstellen van de begroting 2025 is reeds rekening gehouden met de financiële gevolgen (kapitaallasten) van deze investering in 2024.