Financiële hoofdlijnen

Structureel begrotingsresultaat

Terug naar navigatie - Structureel begrotingsresultaat

Financieel is het beleid gericht op een meerjarig structureel sluitend begrotingsresultaat. Dat is het saldo van onze jaarlijks terugkomende structurele inkomsten en uitgaven. Het is verplicht dit in de tussenrapportage zichtbaar te maken. In onderstaande tabel presenteren we het aangepaste meerjarige begrotingsresultaat op basis van de huidige doorgevoerde wijzigingen. 

Financieel perspectief 2024-2027
(x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Stand na Tussenrapportage 1 Structureel 4.373 5.573 -274 807
Stand na Tussenrapportage 1 Incidenteel -4.113 -912 -504 -366
Begrotingssaldo na Tussenrapportage 1 260 4.661 -778 440
Meicirculaire 2024 Structureel 631 35 4.153 4.141
Meicirculaire 2024 Incidenteel 1.964 1.412 293 206
Totaal wijzigingen reeds besloten -325 -222 -222 -222
Totaal overige wijzigingen Tussenrapportage 2 1.239 141 15 -53
Subtotaal wijzigingen Tussenrapportage 2 3.509 1.366 4.239 4.072
Begrotingssaldo na Tussenrapportage 2 3.769 6.027 3.462 4.512
Waarvan Structureel 5.236 5.336 3.558 4.576
Waarvan Incidenteel -1.467 690 -97 -64
Begrotingssaldo na Tussenrapportage 2 3.769 6.027 3.462 4.512

De tabel start vanuit het begrotingssaldo van € 260.000 van de eerste financiële tussenrapportage 2024. De impact van de Meicirculaire 2024 is structureel € 631.000 en incidenteel € 1.964.000. Per saldo hebben de achterliggende besluiten van de raad beperkte impact op het begrotingssaldo. De overige wijzigingen in deze tussenrapportage zijn € 1.239.000 die hierna worden toegelicht. Na deze wijzigingen is het begrotingssaldo voor 2024 € 3.769.000, waarvan het structurele saldo € 5.236.000 is. 

Het totaal van de wijzigingen van deze tussenrapportage is € 3.509.000 voor 2024. De wijzigingen uit de Meicirculaire worden nader toegelicht. Van de overige wijzigingen worden alleen de wijzigingen met een grote (financiële) impact toegelicht. Voor een compleet overzicht van de wijzigingen verwijzen we naar bijlage 3.  

Meicirculaire
Zoals bekend is de uitkomst van de Meicirculaire 2024 positief. Wel blijkt uit de circulaire dat het gemeentefonds op een andere wijze geïndexeerd zal worden vanaf 2024. Het Rijk spreekt over een stabielere en beheersbare financiering van de medeoverheden. De methodiek trap op – trap af wordt niet meer toegepast. In plaats daarvan zal het gemeentefonds aangepast worden op basis van de indexatie van het bbp (bruto binnenlands product) (prijs deel) en het acht jaars (historisch) gemiddelde van het bbp (volume deel, volgt de groei van de omvang van het bbp). De combinatie van volume en prijs zou moeten zorgen voor minder fluctuatie in de omvang van het gemeentefonds. De vraag of hiermee ook de toekomstige prijsstijgingen op basis van indexatie gedekt kunnen worden, blijft onbeantwoord. Het Rijk kijkt overigens ook naar andere mogelijkheden van fondsen hiervoor. Iets dergelijks wordt bijvoorbeeld toegepast bij WMO. De nieuwe systematiek betekent voor gemeente Dronten in 2024 € 1,8 miljoen minder inkomsten uit het gemeentefonds. 

Op basis van de verwachte groei van het bruto binnenlands product ontvangt gemeente Dronten vanaf 2026 jaarlijks afgerond € 2,6 miljoen. Voor de versnelde invoer van de systematiek op basis van het bbp worden gemeenten incidenteel gecompenseerd tot en met 2028. Voor Dronten betekent dit in 2024 afgerond € 1,6 miljoen aflopend tot in 2028 afgerond € 200.000. 

De oploop van de opschalingskorting wordt vanaf 2026 geschrapt. Voor gemeente Dronten betekent dit een voordeel van bijna € 1,5 miljoen. De opschalingskorting zou schaalvoordeel en minder gemeenten moeten opleveren (alle gemeenten zouden 100.000+ gemeenten moeten worden). Dit is echter niet doorgezet. De al ingegane opschalingskorting van totaal € 300 miljoen blijft gehandhaafd. Hiermee moeten we helaas concluderen dat het Rijk een bezuiniging heeft ingeboekt waar geen voordeel tegenover staat voor gemeenten.

Het Rijk heeft in het coalitieakkoord van Rutte IV opgenomen dat er een besparing zal worden gerealiseerd op de jeugdkosten en dat dit niet voor rekening komt van gemeenten. De beoogde besparing kan in 2025 niet gerealiseerd worden. De gemeenten worden hiervoor in 2025 gecompenseerd. Voor 2025 ontvangt gemeente Dronten eenmalig afgerond € 1,1 miljoen.   

Overige wijzigingen
Van het saldo van € 1.239.000 van de overige wijzigingen worden een aantal wijzigingen in het bijzonder toegelicht voor een gezamenlijke waarde van € 1.152.000. Hiermee is de grootste impact op het begrotingssaldo toegelicht. Dit betreft de volgende wijzigingen:

Wijziging begrotingssaldo Lasten Baten
1) Bijstellen stelpost loon- en prijsstijgingen (exclusief meicirculaire) -839 272
2) Actualisatie rente en vennootschapsbelasting 350 1.550
3) Bijstellen lasten strategisch vastgoedplan (SVP) 616
4) Bijstellen huuropbrengsten strategische gronden -130
5) Actualisatie lasten gebouwen op basis van beheerplan (onderhoud en voorziening) -50
6) Bijstellen opbrengsten afval -305
7) Bijstellen opbrengsten regioplan wind 305
8) Afwikkeling voorbereidingskredieten en niet te verhalen projectkosten -617
Totaal -540 1.692
Per saldo 1.152

1) Bijstellen stelpost loon- en prijsstijgingen
De actualisatie van de gemeentelijke belastingen (OZB, reclame) is toegevoegd aan de stelpost loon- en prijsstijgingen. Daarnaast is na het ontvangen van de Meicirculairegelden de balans opgemaakt voor het saldo van de loon- en prijsstijgingen. Om die reden is incidenteel het saldo negatief bijgesteld met € 839.000.

2) Actualisatie rente en vennootschapsbelasting
De rente opbrengsten in 2024 zijn gezien de huidige liquiditeitspositie positief bijgesteld met € 1.550.000. Een groot deel van het huidige hogere kasgeld is gekoppeld aan ontvangen incidentele middelen voor (toekomstige) projecten. De extra rentebaten dienen deels gebruikt te worden om mogelijke indexaties binnen deze projecten te kunnen opvangen.
De vennootschapsbelasting is bijgesteld naar € 0 voor 2024 en de komende jaren. 

3) Bijstellen lasten strategisch vastgoedplan (SVP)
In de begroting van 2024 is rekening gehouden met structurele lasten voor het strategisch vastgoedplan. Deze structurele last is opgevoerd om te voorkomen dat dit saldo structureel anders besteed zou worden. Op basis van de huidige planning is duidelijk dat deze lasten niet gemaakt zullen worden in 2024 en zijn ze om die reden bijgesteld naar € 0. Vanaf de begroting 2025 worden deze lasten op een andere manier in de begroting uitgewerkt.

4) Bijstellen huuropbrengsten strategische gronden
In verband met de verkoop van grond zijn de begrote huuropbrengsten bijgesteld. Dit betreft een structurele wijziging.

5) Actualisatie lasten gebouwen (beheerplan)
De onderhoudslasten van gebouwen zijn op basis van het beheerplan ‘gemeente accommodaties 2024-2028’ geactualiseerd. Dit heeft zowel voor jaarrond (regulier) onderhoud als groot onderhoud plaatsgevonden. Voor groot onderhoud is de voorziening weer opgebouwd en is hiervoor € 2.500.000 uit de bestemmingsreserve Algemeen onderhoud gem. gebouwen onttrokken. De jaarlijkse dotatie voor gebouwen die niet op de lijst van sloop of desinvesteren staan is € 665.000. De bestemmingsreserve heeft na onttrekking nog € 1.764.000 over om de totale onderhoudslasten te dekken voor gemeentelijke gebouwen die op de lijst van sloop of desinvesteren staan.

Voor het jaarrond onderhoud zijn de jaarlijkse lasten met ongeveer € 50.000 opgehoogd. 

6) Bijstellen opbrengsten afval
De opbrengsten van de afvalstoffenheffing zijn voor 2024 bijgesteld. In de belastingverordening van 2024 is abusievelijk administratief een tarief voor meerpersoonshuishoudens van €357,57 vastgesteld in plaats van het beoogde tarief van €375,57. In het lopende begrotingsjaar is dat niet te herstellen. Voor 2025 willen wij als vertrekpunt het oorspronkelijk vastgestelde bedrag van € 375,57 gebruiken. En eenmalig een bedrag van 18 euro te heffen om deze administratieve omissie te herstellen. 
Het gevolg voor de begroting van 2024 is dat de opbrengsten naar beneden zijn bijgesteld met € 231.000. In de laatste prognose van het GBLT is daarnaast ook rekening gehouden met een minder snelle areaalgroei, waardoor de totaalopbrengsten met € 305.000 naar beneden zijn bijgesteld. 

7) Bijstellen opbrengsten regioplan wind
In de jaarrekening van 2023 is via de budgetoverhevelingen € 305.000 aan lasten overgeheveld naar 2024. Het dekken van de lasten in 2024 kan echter plaatsvinden door opbrengsten vanuit de anterieure overeenkomsten van het regioplan wind. Deze opbrengsten waren echter nog niet geraamd en zijn in de tweede tussenrapportage alsnog begroot.

8) Afwikkeling voorbereidingskredieten
Voor diverse projecten zijn resterende kosten die vanuit voorbereidingskredieten zijn gefinancierd inmiddels financieel afgewikkeld. Conform BBV-regels mogen kosten die in de ontwerpfase worden gemaakt maximaal 5 jaar worden geactiveerd. Indien de ontwikkeling na deze periode niet is gestart of (volledig) kan worden verhaald, moeten deze kosten worden afgeboekt. 
Dit is gedaan voor de volgende projecten: Ketelhaven (€ 269.976), De Boeg (€ 113.448), Landgoed Vossemeer (€ 4.960) en het Hanzekwartier (€ 228.777). 

Meerjarig perspectief 2025-2027
Door de Meicirculaire 2024 verandert ook het begrotingssaldo 2025-2027. De overige wijzigingen hebben per saldo een beperkte impact. Het is met name de aanpassing van de Nota reserves en voorzieningen die het structurele saldo met € 222.000 heeft verminderd.

Post onvoorzien
Het college is zelfstandig bevoegd om onvoorziene incidentele uitgaven te doen ten laste van de stelpost éénmalig onvoorzien. De stelpost is na de eerste financiële tussenrapportage niet weer benut. Van de stelpost is dus tot op heden in 2024 éénmaal gebruik gemaakt. In de onderstaande tabel is het overzicht weergegeven van de stelpost éénmalig onvoorzien.

Eenmalig onvoorzien (x € 1.000) Kenmerk besluitstuk Bedrag
Stand post éénmalig onvoorzien 2024 Programmabegroting 84
Tegemoetkoming straatnaamwijziging 482104 -3
Stand post éénmalig onvoorzien na Tussenrapportage 2 81